4 Installatie en inbedrijfstelling
Als de mogelijkheid bestaat dat deze trillingen kunnen gaan leiden tot onaanvaardbare beweging - of als dit als
zo is - onderzoekt u hoe de gevolgen van deze trillingen beperkt kunnen worden.
• Bovenmatige hitte
Controleer de installatie en omgeving op mogelijke bronnen van uitzonderlijke hitte. De eenheid is
gespecificeerd voor omgevingstemperaturen tot +60°C. Mogelijke bronnen van uitzonderlijke hitte zijn onder
andere fakkelpijpen, uitlaten van generatoren/turbines en stoomuitlaten. Als de mogelijkheid bestaat dat deze
warmtebronnen kunnen leiden tot onaanvaardbare temperaturen, onderzoekt u hoe de gevolgen van deze
bronnen beperkt kunnen worden.
• Voedingsspanning
Controleer of de voedingsspanning naar de eenheid binnen het gespecificeerde bereik ligt van 18V tot 32V en
stabiel is.
• Aarding
Inspecteer de aardeverbindingen met de eenheden.
• RFI/EMC
Onderzoek de installatie, bekabeling en nabije omgeving op bekende of potentiële bronnen van uitzonderlijke
RFI/elektromagnetische interferentie. Het kan hierbij gaan om radio-/radarantennes,
hoogspanningsschakelaars, grote elektrische generatoren/motoren, enz.
• Verontreinigingen
Onderzoek de installatie en haar omgeving op bronnen van verontreinigingen die zich zouden kunnen
ophopen op het venster van de eenheid. Het kan hierbij gaan om olienevel, stuifwater van zee, boorspoeling,
vieze uitlaatgassen, golfspatten, enz.
Als er een reële mogelijkheid bestaat dat deze verontreinigingen uiteindelijk de optica volledig zouden kunnen
blokkeren, overweegt u hoe deze opbouw beperkt kan worden en of reguliere reiniging overwogen moet
worden. Senscient kan een stormkap leveren voor gebruik op locaties waar grote ophoping van
verontreinigingen op de optica een zorg is.
• Belemmering/blokkering van bundel
Idealiter moet er een vrij pad met een diameter van minimaal 20cm zijn tussen de zender en de ontvanger.
Beoordeel de installatie en het bundelpad voor mogelijk problematische bronnen van bundelblokkering, zoals
bewegende machines/installaties, groeiende vegetaties en plaatsen waar ijspegels of sneeuwbanken kunnen
ontstaan.
• Functietest
Na de installatieprocedure voert u een functionele test uit van de eenheid met gebruik van SimuGas.
• Integriteit 4 - 20mA lus
Test de integriteit van de 4 - 20mA lus door de eenheid te forceren tot een uitvoer van een bekende stroom en
deze in de regelkamer te bewaken, of met een multimeter op de lus.
Senscient ELDS™ / Rev 22
NL
106