7 Probleemoplossing
STATUS
System Running (Systeem actief)
Hunting For Gas (Snel zoeken naar gas)
Gas Hunt Complete (Snel gas zoeken
voltooid)
Full Gas Search (Uitgebreid gas zoeken)
Failed Gas Search (Gas zoeken mislukt)
Not Installed (Niet geïnstalleerd)
SimuGas Active (SimuGas actief)
Ambient TEC at Temperature (Omgevings-
TEC op temperatuur)
Laser Diode TEC at Temperature (TEC
laserdiode op temperatuur)
Bij Time & Date staan de datum en tijd die gegeven wordt door de realtime klok van de zender waarmee SITE
communiceert.
7.3
Tabellen Storingen verhelpen
Raadpleeg de tabellen Storingen verhelpen in dit hoofdstuk voor aantal problemen met hun mogelijke oorzaak en
maatregelen.
Probleem/storing
Oorzaken
Uitrichting zender of
ontvanger slecht
> 24 uur
Uitgangsstroom is
Zware verontreiniging
3mA
van optica > 24 uur
(LOW SIGNAL)
Zichtbaarheid langs
bundelpad zeer slecht
> 24 uur
Bundelpad is
geblokkeerd
Uitgangsstroom is
2,5mA
Zender of ontvanger
(BEAM BLOCK)
verkeerd uitgericht
BESCHRIJVING
De zender werkt correct met de laser(s) vastgezet op het doelgas
De zender is bezig met zoeken naar gas voor vastzetten.
De zender is klaar met zoeken naar gas voor vastzetten.
De zender zoekt uitgebreid naar gas om de laser(s) vast te zetten op
het doelgas.
De zender heeft uitgebreid naar gas gezocht en geen doelgas
kunnen identificeren om op vast te zetten.
Het systeem is niet met succes geïnstalleerd en is niet operationeel.
Er wordt een SimuGas Live of SimuGas Auto test uitgevoerd.
De omgevings-TEC heeft de juiste temperatuur bereikt.
De TEC van de laserdiode heeft de juiste temperatuur bereikt.
Oplossingen
1. Maak via SITE verbinding met ontvangereenheid en
controleer signaalniveaus (OSI).
2. Als signaalniveaus laag zijn, gebruikt u uitrichtingstelescoop
om ontvangeruitrichting te corrigeren.
3. Als signaalniveaus laag blijven na uitrichten van ontvanger,
controleert u zenderuitrichting met telescoop.
Controleer lensvensters van zender en ontvanger op vorming van
verontreiniging. Indien nodig lensvensters schoonmaken.
1. Controleer of de zender zichtbaar is vanaf de ontvanger. Als
de zender gezien kan worden, zelfs met enige moeite, is
lage zichtbaarheid waarschijnlijk niet het probleem.
2. Als de zender niet gezien kan worden vanaf de ontvanger,
zou zeer lage zichtbaarheid het probleem kunnen zijn.
Wacht tot zichtbaarheid verbetert en verifieer of de eenheid
dan terugkeert naar normale status (4mA).
Controleer of het bundelpad vrij is van zender tot ontvanger.
Verwijder eventuele obstakels.
1. Gebruik de uitrichtingstelescoop om de uitrichting van zowel
zender als ontvanger te controleren ten opzichte van elkaar.
2. Pas de uitrichting indien nodig aan en vergrendel deze.
3. Maak via SITE verbinding met de ontvanger en controleer
signaalniveaus (OSI).
Senscient ELDS™ / Rev 22
NL
124