Inhoudsopgave
Advertenties
3 Installatieontwerp en montage
benodigde middelen en expertise om deze modellen voor gasverspreiding te maken. In het algemeen bereikt u met
OPGD's de beste resultaten op de volgende posities:
• Parallel aan de fysiek perimeter van een gebied van een fabriek of locatie met de potentiële gevaren voor
gaslekken.
• Het vormen van een doorlopende "omheining" rond een gebied van een fabriek of locatie met de potentiële
gevaren voor gaslekken.
• Op voldoende afstand van potentiële lekbronnen voor verspreiding om een gaswolk te vormen met een
omvang die betrouwbaar wordt onderschept door de bundelpaden van de gebruikte OPGD's.
• Tussen potentiële lekbronnen en eventuele bekende of mogelijke ontstekingsbronnen.
• Voor aardgas: bundelpad parallel aan de grond/vloer en boven de meeste ventielen en flenzen in de
omgeving.
• Voor toxische gassen: bundelpad parallel aan de grond/vloer op "ademhoogte" (~ 1,4 m-1,7 m).
• Voor gasmengsels die significant dichter zijn dan lucht: bundelpad parallel aan de grond/vloer en onder alle
potentiële lekbronnen*.
• Voor gasmengsels die significant lichter zijn dan lucht: bundelpad parallel aan de grond/vloer en boven alle
potentiële lekbronnen.
* In de meeste gevallen zijn de gevaarlijke gassen die lekken op een fabriek of locatie mengsels van een
aantal gassen met verschillende chemische en fysieke eigenschappen. In een gasmengsel behouden de
aanwezige gassen de meeste van hun chemische eigenschappen, maar de fysieke eigenschappen van het
gasmengsel benaderen de som van de fysieke eigenschappen van de aanwezige gassen. Voor zure
gassen betekent het bovenstaande principe dat dit gasmengsel zowel toxisch als ontvlambaar is, terwijl de
dichtheid van dit mengsel meestal bepaald wordt door het methaangehalte. Alleen nauwkeurige modellen
voor gasverspreiding kunnen de exacte fysieke eigenschappen bepalen van een lek van zuur gas, maar
doorgaans zal de dichtheid van het mengsel even groot of zelfs iets lager zijn dan die van lucht. Alleen
lekken van zeer koud natuurlijk gas of van zuivere zwavelwaterstof zijn meestal iets dichter dan lucht.
VOORZICHTIG!
Verspreidingsmodellen geven weinig onderbouwing voor de praktijk om zwavelwaterstofdetectoren dicht bij de
grond te plaatsen. In de meeste gevallen zal zuur gas of zwavelwaterstof niet zakken bij een lek, terwijl het toxische
gevaar het grootst is op de hoogte waar dergelijke gassen kunnen worden ingeademd.
Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot gering of matig letsel.
3.2.3
Locatie voor maximale betrouwbaarheid en beschikbaarheid
Het zorgvuldig kiezen van de locatie van ELDS™-OPGD's kan significant bijdragen aan de algehele
betrouwbaarheid en beschikbaarheid.
Probeer bij het plaatsen van eenheden gebieden te voorkomen waar ze negatief kunnen worden beïnvloed door het
volgende:
Trillingen - Hoektrillingen van de constructie waaraan de ELDS™ OPGD-eenheden bevestigd worden, moeten
minder zijn dan ± 0,5°. Voorkom waar mogelijk locaties waar hoge trillingsniveaus direct op de montageconstructie
worden overgedragen. Als de nabijheid bij significante trillingsbronnen niet vermeden kan worden, treft u
maatregelen om koppeling van deze trillingen te voorkomen en om de rigiditeit van de montageconstructie te
maximaliseren.
Intense hitte - ELDS™ OPGD's zijn gecertificeerd en gespecificeerd voor werking in omgevingen tot +60°C. Als
bronnen van intense hitte (fakkelpijpen, intens zonlicht, enz.) aanwezig zijn, kunnen de effecten hiervan beperkt
worden met het aangebrachte zonnescherm. Als het zonnescherm onvoldoende blijkt in een extreem warme
installatie (meer dan 35°C), moet aanvullende afscherming worden voorzien of moet de detector worden verplaatst.
Senscient ELDS™ / Rev 22
NL
36
Advertenties
Inhoudsopgave
