Inhoudsopgave
Advertenties
10
9
11
MOTOR (FIG.6B)
3
22
Motor koelradiator
!
Let op!
Laat de motor afkoelen alvorens de koelvloeistof te contro-
leren en/of onderhoud aan de radiateur uit te voeren.
Controleer het koelvloeistofpeil van de motor elke 40 uur via het
expansiereservoir 3. Het juiste niveau is in het midden van het re-
servoir.
!
Let op!
Als de koelvloeistof in reservoir 3 te laag is, controleer dan of
de machine is uitgeschakeld en wacht tot de motor is afge-
koeld. Vul dan het reservoir bij tot het juiste niveau.
Wanneer de machine in zeer stoffi ge omgevingen werkt met de
zijborstels, controleer dan regelmatig of de radiator 9 van de mo-
torvloeistof niet verstopt is.
!
Let op!
Een vervuilde motorradiateur veroorzaakt dus gemakkelijk
oververhitting. Reinig tenminste eens per week, de koelrib-
ben met een penseel en dieselolie.
Opgelet: als het controlelampje 12 (afb. 2) gaat branden, betekent
dit dat de temperatuur van de motorkoelvloeistof te sterk stijgt.
Controleer dan onmiddellijk de radiateurvinnen van de motor als
volgt:
1) Verwijder de linker motor inspectiedeksel 10.
2) Open het rooster aan de voorzijde 11 door het logo te draaien.
3) Als de vinnen verstopt zijn, blaas dan met perslucht van de
achterkant van de radiator 9, waarbij u probeert het gevormde
stof los te halen.
4) Als deze ingreep niet werkt, maak dan met een gebogen
penseel en dieselbrandstof de vinnen van de voorste radiator
schoon en droog ze met een luchtstraal.
!
Let op!
Als de oorzaak van de verklikker 12 (afb.2) niet de radiateur
is, controleer dan:
•
Het koelvloeistofpeil van de motor.
•
Mogelijke storingen aan de brandstofmagneetklep, het
relais van de brandstofmagneetklep, de watertemperatuur-
sensor.
Advertenties
Inhoudsopgave
