Smeren
Smeer de machine volgens het tijdschema op de
instructiesticker CONTROLE EN ONDERHOUD
(Fig. 49). De machine moet vaker worden gesmeerd bij
gebruik in zeer stoffige of zanderige omstandigheden.
Smeren met Nr. 2 vet op lithium- of molybdeenbasis voor
algemene doeleinden.
Methode van smeren
1. Aftakas uitschakelen en contactsleuteltje op "UIT"
draaien om de motor af te zetten. Contactsleuteltje
verwijderen.
2. Smeernippels schoonmaken met een doek. Indien
nodig verf van de voorkant van de nippel(s) afkrabben.
3. Zet een smeerpistool op de nippel. Spuit vet in de
nippels totdat er nieuw vet bij de lagers naar buiten
komt.
4. Overtollig vet opnemen.
Waar moet worden gesmeerd
Pomp vet in de smeernippels volgens het tijdschema op de
instructiesticker CONTROLE EN ONDERHOUD
(Fig. 49).
Figuur 49
Draaipunten voorste zwenkwielen
smeren
De draaipunten van de voorste zwenkwielen moeten één
keer per jaar worden gesmeerd.
1. Verwijder de zeskantige plug en de dop. Draai een
smeerverloopnippel in de opening
2. Pomp smeervet in de verloopnippel totdat er vet bij het
bovenste lager naar buiten komt.
3. Trek de verloopnippel uit de opening. Monteer de
zeskantige plug en de dop.
De lagers smeren
De maai-eenheid moet regelmatig worden gesmeerd. Zie
Aanbevolen onderhoudsschema, blz. 31. Smeren met Nr. 2
vet op lithium- of molybdeenbasis voor algemene
doeleinden.
1. Zet de motor af, stel de parkeerrem in werking,
verwijder het sleuteltje en maak de bougiekabels(s) los
van de bougie(s).
2. Pomp vet in de smeernippels op de drie aslagers
(Fig. 50).
3. Smeer het draaipunt van de spanpoelie (Fig. 50).
4. Pomp vet in de smeernippels op de duwarmen
(Fig. 50).
Figuur 50
39