Vooruit en achteruit rijden
Met de gashendel regelt u de snelheid van de motor,
oftewel het toerental (in omwentelingen per minuut). Zet
de gashendel op "SNEL" om de beste prestaties te ver-
krijgen. Gebruik de machine altijd met de motor op vol
gas.
Voorzichtig
De machine kan zeer snel ronddraaien. De
bestuurder kan de controle over de machine
verliezen. Dit kan leiden tot lichamelijk letsel en
schade aan de machine.
Wees voorzichtig als u een bocht maakt.
Verminder de snelheid van de machine voordat
u een scherpe bocht maakt.
Vooruit
1. Zet de parkeerrem vrij; zie Parkeerrem vrijzetten,
blz. 19.
2. Zet de hendels in de middelste, onvergrendelde stand.
3. Om vooruit te rijden, duwt u de schakelhendels
langzaam naar voren (Fig. 24).
Opmerking: De motor slaat af, als u de schakelhendels
van de tractie beweegt terwijl de parkeerrem is werking is
gesteld.
Om in een rechte lijn te rijden, moet u gelijkmatige druk
uitoefenen op beide schakelhendels (Fig. 24).
Om te draaien, vermindert u de druk op de schakelhendel
in de richting waarin u wilt draaien (Fig. 24).
Hoe verder u de schakelhendels beweegt (in beide
richtingen), des te sneller zal de machine in de gewenste
richting rijden.
Om te stoppen, zet u beide schakelhendels in de
neutraalstand.
3
4
Figuur 24
1. Schakelhendel—Neutraal
stand vergrendeld
2. Centrale onvergrendelde
stand
Achteruit
1. Zet de hendels in de middelste, onvergrendelde stand.
2. Om achteruit te rijden, trekt u de schakelhendels naar
achteren (Fig. 24).
Om in een rechte lijn te rijden, moet u gelijkmatige druk
uitoefenen op beide schakelhendels (Fig. 24).
Om te draaien, vermindert u de druk op de schakelhendel
in de richting waarin u wilt draaien (Fig. 24).
Om te stoppen, zet u beide schakelhendels in de neutraal-
stand.
De machine stoppen
Om de machine te stoppen, moet u de schakelhendels in
de neutraalstand zetten en loskoppelen om ze te ver-
grendelen, de aftakas uitschakelen, en het contactsleuteltje
op "UIT" draaien om de motor af te zetten. Als u de
machine onbeheerd laat, moet u tevens de parkeerrem in
werking stellen; zie Parkeerrem in werking stellen,
blz. 19. Denk erom dat u het sleuteltje uit het contact
haalt.
Voorzichtig
Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als
zij de tractor verplaatsen of proberen te bedienen
terwijl deze onbeheerd staat.
Verwijder altijd het contactsleuteltje en stel de
parkeerrem in werking wanneer u de machine
onbeheerd laat, ook al is het slechts voor een paar
minuten.
25
2
1
m–2715
3. Vooruit
4. Achteruit