Motorolie controleren
Olie verversen:
Na de eerste 8 bedrijfsuren.
Om de 100 bedrijfsuren.
Opmerking: De motorolie moet vaker worden ververst
als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of
zanderige omstandigheden.
Type olie: Reinigingsolie (API-onderhoudsclassificatie SG
of SH)
Carterinhoud: met filter, 1,8 liter
Viscositeit: zie onderstaande tabel
GEBRUIK OLIESOORTEN MET DEZE
SAE-VISCOSITEIT
Motoroliepeil controleren
1. Parkeer de maaimachine op een horizontaal oppervlak,
schakel de aftakas uit en draai het contactsleuteltje op
"UIT" om de motor af te zetten. Contactsleuteltje
verwijderen.
2. Maak de omgeving van de peilstok (Fig. 42) schoon,
zodat er geen vuil in de vulopening kan komen, wat in
motorschade kan resulteren.
3. Peilstok eruit draaien en uiteinde met een doek
schoonvegen (Fig. 42).
4. Peilstok helemaal in de vulbuis schuiven, niet
vastdraaien in buis (Fig. 42). Peilstok eruit trekken en
oliepeil op uiteinde controleren. Als het oliepeil te
laag is, olie via de vulbuis bijvullen totdat het oliepeil
de "VOL"-markering bereikt.
Belangrijk
Het carter nooit overvullen met olie;
hierdoor kan de motor worden beschadigd.
2
1
Figuur 42
1. Oliepeilstok
2. Vulbuis
Olie verversen/aftappen
1. Start de motor en laat deze vijf minuten lopen. Warme
olie kan beter afgetapt worden.
2. Parkeer de machine zo dat de aftapkant iets lager staat
dan de andere kant zodat alle olie kan weglopen.
Schakel vervolgens de aftakas uit, stel de parkeerrem
in werking, en draai het contactsleuteltje op "UIT" om
de motor af te zetten. Contactsleuteltje verwijderen.
3. Plaats een opvangbak onder de aftapplug. Gebruik een
platte-kopschroevendraaier , een 3/8 inch-sleutel of een
10 mm sleutel om de aftapplug te openen (Fig. 43).
4. Draai het uiteinde van de klep linksom om de
aftapplug te sluiten. Draai het uiteinde van de klep
rechtsom om de aftapplug te openen (Fig. 43).
5. Als alle olie is weggelopen, draait u de aftapplug dicht
(Fig. 43).
Opmerking: De oude olie afgeven bij een erkende
inzamelplaats.
Figuur 43
1. Olie-aftapplug
6. Giet ca. 80% van de gespecificeerde hoeveelheid olie
langzaam in de vulbuis, blz. 36, (Fig. 42). Controleer
het oliepeil; zie Motoroliepeil controleren, blz. 36.
Giet langzaam olie bij totdat het oliepeil de "VOL"
markering op de peilstok bereikt.
36
3
3. Uiteinde van peilstok
1
m–4674