Accu monteren
1. Plaats de accu in een bak met de accupolen gericht
naar de motor (Fig. 8).
2. Bevestig eerst de pluskabel (rood) aan de pluspool (+)
van de accu.
3. Bevestig vervolgens de minkabel en de aardingskabel
aan de minpool (–) van de accu.
4. Bevestig de kabels met 2 bouten (1/4 x 3/4 inch),
ringen (1/4 inch) en borgmoeren (1/4 inch) (Fig. 8).
5. Schuif het rode stofkapje voor de accupool op de
pluspool (+) van de accu.
6. Zet de accu vast met J-bouten, een bevestigingsband,
twee ringen (1/4 inch) en 2 vleugelmoeren (1/4 inch)
(Fig. 8).
7. Plaats de aftapbuis uit de buurt van de riemen en
andere onderdelen om corrosie te voorkomen.
9
11
7
10
12
1
Figuur 8
1. Accu
2. Stofkapje van accupool
3. Pluskabel van de accu
4. Minkabel van de accu
5. Aardingskabel
6. Bout, 1/4 x 3/4 inch
5
4
2
6
7
3
8
m–3752
7. Ring, 1/4 inch
8. Borgmoer, 1/4 inch
9. Accuklembeugel
10. J-bouten
11. Vleugelmoer , 1/4 inch
12. Aftapbuis
17
Hydraulisch systeem
Hydraulische vloeistof controleren
Controleer het peil van de hydraulische vloeistof voordat
de motor voor de eerste keer wordt gestart.
Type vloeistof: Mobil 1 15W-50 synthetische motorolie.
Belangrijk
Gebruik uitsluitend de voorgeschreven
olie. Andere vloeistoffen kunnen schade aan het systeem
veroorzaken.
Inhoud van hydraulisch systeem: 2,0 l.
1. Plaats de machine op een horizontaal vlak en stel de
parkeerrem in werking.
2. Reinig de omgeving van de vulbuis van de
hydraulische tank (Fig. 9).
3. Verwijder de dop van de vulbuis. Kijk in de vulbuis
om te controleren of er nog vloeistof in het reservoir is
(Fig. 9).
4. Als het reservoir leeg is, moet u dit bijvullen met
vloeistof tot ongeveer 6 mm onder de bovenkant van
het keerschot.
5. Laat de machine 15 minuten lopen om lucht uit het
systeem te verwijderen en de vloeistof op te warmen.
6. Controleer nogmaals het peil als de vloeistof warm is.
Indien nodig vloeistof bijvullen totdat het peil de
bovenkant van het keerschot bereikt.
Opmerking: Het vloeistofpeil moet de bovenkant van het
keerschot bereiken als de vloeistof warm is (Fig. 9).
7. Plaats de dop op de vulbuis.
1
3
Figuur 9
1. Dop
2. Keerschot
2
3. Vloeistofpeil—V ol