Geluid opnemen
Instellen van de audiofunctie
Ne
De camcorder kan geluid in twee audiostanden op de band opnemen — 16-bit en 12-bit. De
16-bit geeft een hogere geluidskwaliteit (ietwat beter dan CD's) terwijl de 12 bit stand op twee
kanalen opneemt (stereo 1) zodat twee kanalen vrij blijven (stereo 2) zodat u op een later
tijdstip eventueel geluid kunt toevoegen.
E
D
+
f
(
40)
Om de 16-bit functie in te schakelen, opent u het menu en kies dan VCR SET
UP. Vervolgens kiest u AUDIO MODE, zet dit onderdeel op 16 bit en sluit dan
het menu.
• De aanduiding "16 bit" wordt gedurende 4 seconden in het display aangegeven.
b
Opmerkingen:
f
• Zie
98 voor details aangaande het toevoegen van nieuw geluid.
f
• Zie
102 voor details voor het weergeven van een cassette met nieuw geluid op stereo 2.
• Wanneer u opneemt op de MV550i/MV530i vanaf een camcorder met DV
uitgangsaansluitingen, wordt de audiofunctie automatisch ingesteld op 12 bit.
•
Wanneer de opnamefunctie is ingesteld op de
de audiofunctie automatisch ingesteld op 12 bit. (alleen 1 kanaal).
• In de TAPE PLAY (VCR) functie treedt de audiofunctie in werking tijdens analoge line-in
opnamen of AV-tussenvoegen. Als u in de opname DV doet, wordt de instelling
automatisch gewijzigd in de instelling van het digitale apparaat dat op de camcorder is
aangesloten.
Externe microfoon
Voor meer mogelijkheden bij de geluidsopname kunt u een externe microfoon op de
camcorder aansluiten via de MIC aansluiting. Bij gebruik van de MIC aansluiting moet u een
microfoon met een ingebouwde voeding gebruiken (condensator-microfoon). U kunt
praktisch iedere stereo-microfoon gebruiken, mits deze voorzien is van een 3,5 mm stekker.
Het audioniveau zal anders zijn dan bij gebruik van de ingebouwde microfoon.
70
E
B
,
+
´
´
SP of
LP opnamefunctie, wordt