Bestandsbeheer (FILE OPER.)
F
+
Ne
1. Druk bij een in het display weergegeven beeld op de keuzeschijf om het
FILE OPER. menu te openen.
• De PROTECT
• Als u |RETURN kiest, verdwijnt het menu uit het display.
Om een beeld te beveiligen:
2. Kies PROTECT
• In het beeld verschijnt de
• Nu kunt u dit beeld niet meer wissen.
• Druk de keuzeschijf opnieuw in om dit te annuleren.
• Als u |RETURN kiest, verdwijnt het menu uit het display.
• Om de beeldbeveiliging te wissen, kiest u PROTECT
c
verdwijnt en nu kunt u dit beeld wissen.
Om een beeld te markeren voor een afdruk (Afdrukmarkering)
2. Kies PRINT MARK
• In het beeld verschijnt het
• Druk de keuzeschijf opnieuw in om dit te annuleren.
• Als u |RETURN kiest, verdwijnt het menu uit het display.
• Om een afdrukmarkering te annuleren, kiest u PRINT MARK
keuzeschijf.
Om het beeld te wissen:
2. Kies IMAGE ERASE en druk op de keuzeschijf.
• In het display verschijnt ERASE THIS IMAGE? NO YES.
• Als u |RETURN kiest, verdwijnt het menu uit het display.
3. Kies YES en druk op de keuzeschijf.
• Het beeld wordt gewist.
• Vóór het gewiste beeld verschijnt één beeld.
116
B
c
, PRINT MARK
c
en druk op de keuzeschijf.
c
en druk op de keuzeschijf.
verdwijnt.
, en IMAGE ERASE instellingen verschijnen.
beveiligingsmarkering.
afdrukteken.
c
en druk op de keuzeschijf.
en druk op de