Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Snap-On Microscan Handleiding pagina 57

Inhoudsopgave

Advertenties

Gegevensparameters
Tabel 7-2
EVAP_VP
FLI
FRP
FRP_REL
FUELSYSx
IAT
LOAD_ABS
LOAD_PCT
LONGFTx
MAF
MAP
Korte parameternamen (blad 2 van 4)
Parameter
Dampdruk van verdampingssysteem, indien gebruikt door de regelmodule.
Kan worden verkregen van een brandstofdruksensor in de tank of in de
damplijn van het verdampingssysteem.
Hiermee wordt de nominale vulcapaciteit van de brandstoftank getoond.
Voor gasvormige brandstoffen wordt het percentage bruikbare
brandstofcapaciteit getoond. Kan direct worden verkregen van een speciale
sensor of door de ECM worden berekend op basis van andere
sensorsignalen.
Hiermee wordt de brandstofraildruk in de motor getoond, in verhouding tot
de atmosfeer (meterdruk).
Hiermee wordt de brandstofraildruk in de motor getoond, in verhouding tot
het inlaatspruitstukvacuüm.
Brandstofsysteem 'x' verwijst normaal gesproken naar verstuiverbanken.
Deze parameter is bedoeld om verschillende brandstofsystemen (voor
voertuigen met meerdere brandstoffen) voor te stellen die onafhankelijk in
en uit 'gesloten lus' kunnen gaan. 'Gesloten lus' betekent dat het
brandstofregelsysteem het signaal van de zuurstofsensor gebruikt. Banken
met verstuivers in een V-motor zijn over het algemeen niet onafhankelijk en
gebruiken dezelfde geslotenluscriteria.
Hiermee wordt de luchttemperatuur van het inlaatspruitstuk getoond, zoals
verkregen van een sensor of berekend door de ECM (met behulp van
andere ingangen).
De waarde wordt voorgesteld als een percentage en loopt van 0 tot 100
voor motoren zonder drukvulling en van 0 tot 400 voor motoren met
drukvulling.
Bij motoren met drukvulling is de werkelijk weergegeven waarde afhankelijk
van hoeveel vulling wordt gebruikt. Hoe meer vulling wordt gebruikt, hoe
hoger de absolute belastingwaarde zal zijn.
De ECM berekent de motorbelasting door het werkelijke volume van de
spruitstukluchtstroom (Otto-motoren) of de werkelijke brandstofstroom
(Diesel-motoren) te delen door het maximaal mogelijke volume, met een
factor voor druk- en temperatuurcompensatie. Deze waarde is gecorreleerd
met het motorvacuüm. De waarde wordt voorgesteld als een percentage en
loopt van 0 tot 100.
Hiermee wordt de correctie getoond die door het brandstofalgoritme voor
open en gesloten lus wordt gebruikt op het moment dat om deze parameter
wordt gevraagd. Negatieve waarden duiden op een 'arme' conditie;
positieve waarden duiden op een 'rijke' conditie. Als er geen correctie wordt
gebruikt in open lus, wordt 0% correctie getoond.
Hiermee wordt de stroomsnelheid van de inlaatlucht weergegeven, zoals
gemeten door de luchtmassasensor (MAF).
Hiermee wordt de absolute druk in het inlaatspruitstuk getoond, zoals
gemeten door de MAP-sensor.
Beschrijving van korte parameter
50
Lange parameternamen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave