6.8 Drukbewaking
FC/FCM besturingsuitvoering.
Een druksensor bewaakt de druk in de doseerkop.
Als de druk tijdens de persfase lager wordt dan
2 bar, dan wordt een waarschuwing gegenereerd
(pomp blijft draaien). Als in het 'Instellingen > Druk-
bewaking' menu de functie 'Min. druk alarm' is geac-
tiveerd, dan wordt een alarm gegenereerd en wordt
de pomp uitgeschakeld.
Als de druk hoger is dan de uitschakeldruk die wordt
ingesteld in het 'Instellingen > Drukbewaking' menu,
dan wordt de pomp uitgeschakeld, gaat naar de
stand-by toestand, en wordt een alarmmelding weer-
gegeven.
De pomp schakelt weer in als de tegen-
Voorzich-
druk daalt tot onder de uitschakeldruk!
6.8.1 Instelbereiken voor de druk
Vaste min.
Type
druk (bar)
DDA 7.5 - 16
< 2
DDA 12-10
< 2
DDA 17-7
< 2
DDA 30-4
< 2
De druk die gemeten wordt in de
doseerkop is enigszins hoger dan de
daadwerkelijke systeemdruk.
Voorzich-
Daarom moet de uitschakeldruk mini-
maal 0,5 bar hoger worden ingesteld
dan de systeemdruk.
Waarschuwing
Installeer een overdrukveiligheid in de
persleiding als bescherming tegen
ontoelaatbaar hoge drukken!
6.8.2 Kalibratie van de druksensor
De druksensor wordt in de fabriek gekalibreerd. In de
regel hoeft deze niet opnieuw te worden gekali-
breerd. Als vanwege specifieke omstandigheden
(bijv. wisseling van druksensor, extreme luchtdruk-
waarden op de pomplocatie) een kalibratie nodig is,
dan kan de sensor als volgt gekalibreerd worden:
1. Stel pomp in op 'Stop' bedrijfstoestand.
2. Maak het systeem drukloos en spoel.
3. Demonteer de zuigleiding en het zuigventiel.
Kalibreren met geïnstalleerd zuigven-
tiel geeft onjuiste kalibratieresultaten
en kan leiden tot persoonlijk letsel en
Voorzich-
materiële schade!
Voer alleen een kalibratie uit als dit
technisch nodig is!
Jansen Pompentechniek T: +31 (0)485-371318 E: info@pompentechniek.nl
28
4. Ga als volgt te werk om te kalibreren:
Sluit de druksensor aan of selecteer
het 'Instellingen > FlowControl actief'
Instelbare max.
druk (bar)
3 ... 17
3 ... 11
3 ... 8
3 ... 5
Als een kalibratie niet succesvol kan geschieden,
controleer dan stekkeraansluitingen, leiding en sen-
sor, en vervang zo nodig defecte onderdelen.
menu
Commando:
'Activeer FlowContr.?'
FlowControl niet
geactiveerd
Commando:
'Sensorkalibratie?'
FlowControl actief,
Sensor niet gekalibreerd.
Commando:
'Zuigventiel verwijderd?'
Sensor niet
gekalibreerd.
Kalibratiefout
OK
Melding:
'Sensorkalib. OK
Huidige druk: X bar'
Sensor niet gekalibreerd.
Melding:
'Sensorkalib. mislukt!
Herhalen?'