Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Algemene Storingen - Grundfos SMART Digital - DDA Installatie- En Bedieningsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

8.1.2 Algemene storingen

Storing
Doseercapaciteit te
hoog
Geen of te lage
doseercapaciteit
Onregelmatige
dosering
Vloeistof ontsnapt uit
de persopening aan
de flens
Vloeistof ontsnapt
Pomp zuigt niet aan
Jansen Pompentechniek T: +31 (0)485-371318 E: info@pompentechniek.nl
38
Mogelijke oorzaak
Toelaatbare druk hoger dan
tegendruk
Onjuiste kalibratie
Lucht in doseerkop
Defect membraan
Lekkage/breuk in leidingen
Ventielen lek of geblokkeerd
Ventielen onjuist geïnstalleerd
Geblokkeerde zuigleiding
Zuighoogte te groot
Viscositeit te hoog
Pomp buiten kalibratiebereik
Ontluchtingsventiel open
Ventielen lek of geblokkeerd
Fluctuaties in tegendruk
Defect membraan
Doseerkopschroeven niet ver
genoeg ingeschroefd
Ventielen niet ver genoeg inge-
schroefd
Zuighoogte te groot
Tegendruk te hoog
Vervuilde ventielen
Mogelijke oplossing
Installeer extra veerbelaste klep (ongeveer 3 bar)
aan de perszijde.
Verhoog drukverschil.
Kalibreer de pomp (zie paragraaf 5.3 Kalibreren
van de pomp).
Ontlucht de pomp.
Vervang het membraan (zie paragraaf 7.2 Voer
service uit).
Controleer en vervang leidingen.
Controleer en reinig ventielen.
Controleer of de pijl op het klephuis in de stro-
mingsrichting wijst. Controleer of alle O-ringen
correct zijn geïnstalleerd.
Reinig zuigleiding/installeer filter.
Verklein zuighoogte.
Installeer hulpmiddel voor aanzuiging.
Schakel 'Slow Mode' in (zie paragraaf
6.6 SlowMode).
Schakel 'Slow Mode' in (zie paragraaf
6.6 SlowMode).
Gebruik slang met grotere diameter.
Installeer veerbelaste klep aan de perszijde.
Kalibreer de pomp (zie paragraaf 5.3 Kalibreren
van de pomp).
Sluit het ontluchtingsventiel.
Draai de ventielen aan, vervang ventielen indien
nodig (zie paragraaf 7.2 Voer service uit).
Houd tegendruk constant.
'AutoFlowAdapt' activeren (alleen bij FCM).
Vervang het membraan (zie paragraaf 7.2 Voer
service uit).
Draai schroeven verder vast (zie paragraaf
4.2 Hydraulische aansluiting).
Draai ventielen/wartelmoeren verder vast (zie
paragraaf 4.2 Hydraulische aansluiting).
Verklein zuighoogte, vul zo nodig de leiding aan
de zuigzijde met vloeistof.
Open het ontluchtingsventiel.
Spoel het systeem, vervang ventielen indien
nodig (zie paragraaf 7.2 Voer service uit).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave