1. Veiligheidsinstructies
Deze installatie- en bedieningsinstructies bevatten
algemene instructies die moeten worden opgevolgd
tijdens installatie, bediening en onderhoud van de
pomp. Deze instructies moeten daarom worden gele-
zen door de installateur en de relevante bevoegde
operator voorafgaand aan het installeren en opstar-
ten, en moeten te allen tijde ter plekke van de opstel-
ling beschikbaar zijn.
1.1 Aanduiding van veiligheidsinstructies
in deze instructies
De veiligheidsinstructies worden met de volgende
symbolen aangeduid:
Waarschuwing
Wanneer deze veiligheidsinstructies
niet worden opgevolgd, kan dit leiden
tot persoonlijk letsel!
Wanneer deze veiligheidsinstructies
niet worden opgevolgd, kan dit leiden
Voorzich-
tot storingen of beschadiging aan de
apparatuur!
Opmerkingen of instructies die het
werk eenvoudiger maken en zorgen
N.B.
voor een veilige werking.
1.2 Kwalificatie en training van het
personeel
Het personeel dat verantwoordelijk is voor de instal-
latie, bediening en service moet voor deze taken
bevoegd zijn. De verantwoordelijkheden, bevoegd-
heden en toezicht op het personeel moeten nauw-
keurig worden omschreven door de operator. Indien
nodig moet het personeel op de juiste wijze worden
getraind.
Risico's van het niet opvolgen van de
veiligheidsinstructies
Het niet opvolgen van de veiligheidsinstructies kan
gevaarlijke gevolgen hebben voor het personeel, het
milieu en de pomp en kan leiden tot het verlies van
recht op aanspraak voor schade.
Het kan leiden tot de volgende gevaren:
•
Persoonlijk letsel door blootstelling aan elektri-
sche, mechanische en chemische invloeden.
•
Schade aan het milieu en persoonlijk letsel door
lekkage van schadelijke stoffen.
Jansen Pompentechniek T: +31 (0)485-371318 E: info@pompentechniek.nl
4
1.3 Veiligheidsinstructies voor de operator/
gebruiker
De veiligheidsinstructies die in deze instructies
beschreven zijn, de bestaande nationale regelgeving
ter bescherming van de gezondheid en ter voorko-
ming van ongelukken, en eventueel van toepassing
zijnde interne werk-, bedienings- en veiligheidsre-
gels van de operator, moeten worden nageleefd.
Informatie die aan de pomp bevestigd is moet wor-
den nageleefd.
Lekkages van gevaarlijke stoffen moeten worden
afgehandeld op een manier die niet schadelijk is
voor het personeel of het milieu.
Schade veroorzaakt door elektriciteit moet worden
voorkomen, zie de voorschriften van het elektrici-
teitsbedrijf.
Voordat wordt begonnen met werk-
zaamheden aan de pomp moet deze
zich in de uitgeschakelde toestand
Voorzich-
bevinden ('Stop'), of van het elektrici-
teitsnet zijn afgesloten. Het systeem
mag niet onder druk staan!
Alleen originele toebehoren en originele reserveon-
derdelen dienen te worden gebruikt. Het gebruik van
andere onderdelen kan leiden tot uitsluiting van aan-
sprakelijkheid voor eventuele gevolgen.
1.4 Veiligheid van het systeem in geval van
een storing in de doseerpomp
De doseerpomp werd ontworpen volgens de laatste
technologieën, en is zorgvuldig vervaardigd en
getest.
Als er hoe dan ook storing optreedt, dan moet de vei-
ligheid van het totale systeem worden gegaran-
deerd. Gebruik de relevante bewakings- en regel-
functies hiervoor.
Zorg dat eventuele chemicaliën die uit
de pomp ontsnappen of eventuele
beschadigde leidingen geen schade
aan onderdelen van het systeem en
Voorzich-
gebouwen veroorzaken.
Het is raadzaam om uit voorzorg bewa-
kingsmaatregelen voor lekkages en
lekbakken te installeren.