Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inbedrijfstelling; Bedieningspaneel En Instructie Voor De Inbedrijfstelling; Reiniging En Onderhoud - REMKO WSP Series Bedienings- En Installatiehandleiding

Sole/water-warmtepomp
Verberg thumbnails Zie ook voor WSP Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

REMKO serie WSP
11

Inbedrijfstelling

11.1
Bedieningspaneel en
instructie
voor de inbedrijfstelling
Vóór de inbedrijfstelling
AANWIJZING!
Voor de inbedrijfstelling moeten alle hydrauli-
sche delen gespoeld en volgens de norm
gevuld zijn. Is een drinkwaterreservoir geïnstal-
leerd, dan moet dit voor de inbedrijfstelling
eveneens gevuld zijn.
Met de Smart-Control Touch wordt de volledige
verwarmingsinstallatie bediend en aangestuurd.
De bediening van de Smart-Control Touch verloopt
via de bedieningseenheid.
n
In de fabriek is de installatie voorgeïnstalleerd.
Na een reset van de Smart-Control worden de
parameters geladen volgens de fabrieksinstel-
lingen.
n
Vóór de eigenlijke inbedrijfstelling moet een
grondige visuele controle worden uitgevoerd.
n
De stroomvoorziening inschakelen.
n
Vervolgens worden de voorgeïnstalleerde
gegevens geladen en kunnen de parameters
met behulp van de ingebruikname-assistent of
in de systeemconfiguratie worden ingesteld.
De informatie hiertoe vindt u in de afzonderlijke
bedieningshandleiding van de Smart-Control.
Voor meer informatie over de functies en de
bediening, verwijzen naar de controller handlei-
ding.
46
12
Reiniging en
onderhoud
Het regelmatig verzorgen en onderhouden waar-
borgen een storingsvrij bedrijf en een lange
levensduur van de verwarmingspompinstallatie.
Verzorging
n
De warmtepomp moet vrij zijn van vervuiling en
overige afzettingen worden gehouden.
n
Reinig het apparaat met een vochtige doek.
Gebruik geen scherpe, schurende op oplos-
middelen bevattende reinigingsproducten. Ook
het gebruik van een sterke waterstraal dient te
worden vermeden.
Reiniging aan de zijde van de warmtebron
AANWIJZING!
Bij de inlaat van de warmtebron van de warmte-
pomp moet een vuilvanger worden geïnstal-
leerd, om de verdamper te beschermen tegen
verontreiniging.
Eén dag na inbedrijfstelling moet de filterzeef van
de vuilvanger grondig worden gereinigd. Overige
controles moeten afhankelijk van de mate van ver-
ontreiniging worden vastgesteld. Als er geen ver-
ontreinigingen meer zichtbaar zijn, kan de zeef van
de vuilvanger worden gedemonteerd, om drukver-
lies te reduceren.
Onderhoud
n
Voor de eventueel wettelijk voorgeschreven
lekdichtheidscontrole moet een onderhouds-
contract met een jaarlijks onderhoudsinterval
worden afgesloten met gespecialiseerd bedrijf.
Dichtheidscontrole
Conform de verordening (EG) nr. 842/2006 moeten
alle koudecircuits die een koudemiddelhoeveelheid
van ten minste 2,4 kg, bij "hermetisch gesloten"
koudecircuits van ten minste 4,7 kg bevatten, een
keer per jaar door de exploitant op dichtheid
worden gecontroleerd. De dichtheidscontrole moet
worden gedocumenteerd en ten minste 5 jaar
worden bewaard. De controle moet conform de
verordening (EG) nr.1516/2007 door gecertificeerd
personeel worden uitgevoerd.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wsp 80Wsp 110Wsp 140Wsp 180Wsp 140 duoWsp 180 duo

Inhoudsopgave