REMKO serie WSP
B. Frontklep openen
1.
Draai de drie bovenste schroeven [6] achter
de frontklep [5] los.
5
2.
Kantel de frontklep [5] naar voren en ver-
wijder deze voorzichtig.
5
30
6
4.5 Aansluiting op het sole-circuit
Ga bij het aansluiten als volgt te werk:
n
Spoel voor het aansluiten van de warmtepomp
op het warmtebron-circuit het leidingnetwerk
grondig door. Vreemde deeltjes, zoals roest,
zand, afdichtingsmateriaal beïnvloeden de
bedrijfsveiligheid van de warmtepomp.
n
Sluit de sole-leiding aan op de aanvoer en
retour warmtebron van de warmtepomp.
n
Neem hierbij de hydraulische schema's in acht.
AANWIJZING!
Bij de inlaat van de warmtebron van de warmte-
pomp moet een vuilvanger worden geïnstal-
leerd, om de verdamper te beschermen tegen
verontreiniging.
Aanvullend moet een microluchtbellenafscheider in
de warmtebroninstallatie worden geïntegreerd.
Sole-vulling
De sole moet voor het vullen van de installatie tot
stand worden gebracht.
Het sole-volume in de warmtepomp onder bedrijfs-
omstandigheden, kunt u vinden in de gegevens-
tabel (zie hoofdstuk "Technische gegevens").
Het totale volume komt overeen met de benodigde
sole-hoeveelheid, die kan worden gemengd uit
onverdunde ethyleenglycol en water. Het chloride-
gehalte van het water mag de 300 ppm niet over-
schrijden.
De sole-concentratie moet ten minste 25% zijn. Dit
waarborgt een vorstbestendigheid tot -13 °C. Er
mogen uitsluitend vorstbeschermingsmiddelen op
basis van mono-ethyleenglycol worden gebruikt.
De warmtebroninstallatie moet worden ontlucht en
op dichtheid worden gecontroleerd.
Mengverhouding
De sole-concentratie is bij het gebruik van een
aardwarmtecollector of aardwarmtesonde als
warmtebron verschillend. U kunt de mengverhou-
ding in de volgende tabel vinden.
Ethyleen-
glycol
Aard-
warmte-
25 %
sonde
Aard-
bodem-
33 %
collector
Vorstbe-
Water
scher-
ming
75 %
- 13 °C
67 %
- 20 °C