REMKO serie WSP
4.3 Opstelling, montage
warmtepomp
AANWIJZING!
Het apparaat is ontworpen voor de opstelling in
ruimtes, met uitzondering van vochtige ruimtes.
n
Afhankelijk van de plaatselijke voorschriften
moet de geluidsemissie van de warmtepomp in
acht worden genomen en evt. moeten er maat-
regelen worden genomen.
n
Stel het apparaat niet op onder of naast slaap-
ruimtes.
Voer de buisdoorvoeren door wanden en pla-
n
fonds uit met contactgeluidsdempers.
De ruimte, waarin het apparaat moet worden geïn-
stalleerd moet voldoen aan de volgende voor-
waarden:
n
de ruimte moet vorstvrij zijn
n
de ruimte mag niet worden blootgesteld aan
stof, gassen of dampen en explosiegevoelig
zijn.
n
Bij de opstelling van het apparaat in een ver-
warmingsruimte met andere verwarmingsappa-
ratuur moet worden gewaarborgd dat het
bedrijf van andere verwarmingsapparaten niet
kan worden beïnvloed.
n
Het minimumvolume van de opstellingsruimte
3
moet 15 m
bedragen.
n
De vloer moet over voldoende draagvermogen
beschikken.
Neem bij het opstellen van de warmtepomp ook de
volgende punten in acht:
n
Monteer de wandhouder altijd waterpas.
Met de instelschroeven aan de onderkant van
de behuizing kan de warmtepomp exact
waterpas worden gesteld.
n
Monteer de warmtepomp zodanig, dat rondom
voldoende plaats voor montage- en onder-
houdswerkzaamheden overblijft. Ook dient er
voldoende ruimte aan de bovenkant te zijn, om
de veiligheidsmodule, vuilvanger, ect. te
kunnen monteren.
AANWIJZING!
In de opstellingslocatie mag in geen enkel jaar-
getijde vorst of hogere temperaturen dan 35 °C
ontstaan.
28
Ontkoppelen van gebouwen
Om schommelingen en geluiden in het gebouw te
minimaliseren, moeten warmtepompen zo mogelijk
goed door de bouwonderdelen worden ontkoppeld.
Doorgaans moet worden vermeden dat de opstel-
ling van warmtepompen op lichte bouwplafonds/-
vloeren plaatsvindt. Een goede geluidsdemping
bereikt u met behulp van een beton-fundament-
plaat met ondergelegen rubberen mat. Bij een
zwevende dekvloer moeten de dekvloer en con-
tactgeluidsdemping rondom de warmtepomp
worden uitgespaard (zie de volgende afbeelding).
Oorspronkelijke "ketelsokkels" zijn door reso-
nantie-effect geen geschikte geluidsisolatie
voor warmtepompen.
4
3
2
1
Afb. 13: Ontkoppelen tegen betonlaag
1: Betonlaag/2: Contactgeluidsdemping
3: Zwevende dekvloer/4: Uitsparing
Minimale afstanden warmtepomp (gegevens in
mm)
1000