4
Montage
4.1 Systeemopbouw
A
Afb. 12: Systeemopbouw WSP 80/110
A: Sole-circuit
B: Koudemiddelcircuit
C: Verwarmingscircuit
WAARSCHUWING!
Alle elektrische leidingen moet gekozen worden
volgens VDE voorschriften .
4.2 Algemene montage-instructies
n
n
n
C
n
B
n
n
n
Wanddoorvoer
n
n
n
Volg bij de installatie van de hele installatie
deze handleiding op.
Breng het apparaat in de originele verpakking
zo dicht mogelijk bij de opstellocatie, om trans-
portschade te voorkomen.
Controleer het apparaat op zichtbare transport-
schade. Eventuele gebreken moeten onmiddel-
lijk worden gemeld aan de leverancier en de
transporteur.
Bij het kiezen van een geschikte montagelo-
catie moet rekening worden gehouden met het
geluid tijdens gebruik en de installatieroutes.
Alle elektrische aansluitingen uitvoeren vol-
gens de geldende DIN- en VDE-bepalingen.
De elektrische leidingen altijd vakkundig aan-
sluiten op de elektrische aansluitklemmen.
Anders kan brand ontstaan.
Let erop, dat er geen buizen met water door
het slaap- of woongedeelte lopen.
GEVAAR!
Het aansluiten van de koelmiddelleidingen en
het hanteren van koelmiddel is voorbehouden
aan bevoegd en vakbekwaam personeel (vak-
bekwaamheidscategorie I).
GEVAAR!
De elektrische installatie moet door een gespe-
cialiseerd bedrijf worden uitgevoerd!
De noodzakelijke wanddoorvoer van de warm-
tebron in het gebouw moet zo berekend zijn
overeenkomstig de gebruikte veiligheidsleiding,
dat er een correcte afdichting van de wand van
het gebouw kan plaatsvinden. De wanddoor-
voer kan met een verval van 10 mm van
binnen naar buiten worden gecreëerd.
Wij raden u aan, de randen van het gat te
bekleden met zacht materiaal smeren of bijv.
met een PVC-buis, om beschadigingen te
voorkomen (zie afbeelding).
Vanwege de brandveiligheid dient de muur van
de wanddoorvoer na de montage met een
geschikt afdichtmiddel worden afgesloten.
27