Audio-afspeelstand
Het audiokanaal selecteren
U kunt selecteren welk audiokanaal u wilt
afspelen als u een band afspeelt met audio
die op twee kanalen opgenomen is
(stereogeluid of tweetalige audiosignalen).
WAAR U OP MOET LETTEN
Opties
[
L/R]
Linker- en rechterkanaal (stereo) / hoofd-
en subsignalen (tweetalig).
[
L/L]
Alleen linkerkanaal (stereo) / alleen
hoofdsignaal (tweetalig).
[
R/R]
Alleen rechterkanaal (stereo) / alleen
subsignaal (tweetalig).
FUNC.
(
22)
FUNC.
MENU
AUDIO SETUP
OUTPUT CH
FUNC.
Gewenste optie
Het audiospoor selecteren op een band met
toegevoegde audio
U kunt selecteren welk audiospoor moet
worden afgespeeld als u een band afspeelt
waarop, behalve de originele opgenomen
audio (Stereo 1), ook een toegevoegd
audiospoor (Stereo 2) aanwezig is.
Opties
[
Alleen origineel geluid.
[
Alleen toegevoegde (gedubde) audio.
(
8)
[
Standaardwaarde
Gemengde audio, met het originele geluid
en de toegevoegde audio op hetzelfde
niveau.
[
Gemengde audio, waarbij u de balans
tussen het originele geluid (
toegevoegde audio (
FUNC.
(
FUNC.
FUNC.
* Als u [
mengbalans dan af met de optie [MIX
BALANCE/MENGBALANS] (
Audio opnemen en afspelen
WAAR U OP MOET LETTEN
STEREO1]
STEREO2]
MIX/FIXED]
MIX/VAR.]
22)
MENU
AUDIO SETUP
12bit AUDIO
Gewenste optie*
MIX/VAR.] selecteert, stel de
49
NL
(
8)
Standaardwaarde
) en de
) kunt afstellen.
39).