Scherpstelvergrendeling
De scherpstelvergrendeling wordt gebruikt wanneer het onderwerp zich buiten het beeldmidden en
buiten het scherpstelveld bevindt of in een speciale situatie waarin de autofocus niet goed functio-
neert (zie blz. 27). U gebruikt deze vergrendeling via de ontspanknop; de vergrendeling is te gebrui-
ken in combinatie met scherpstelveldselectie en enkelvoudige AF (blz. 64).
Scherpstelsignaal
Scherpstelsymb.: wit
Lampje: brandt
Scherpstelsymb: rood
Lampje: knippert
Richt het scherpstelveld op het onderwerp. Druk de
ontspanknop half in en houd hem in die stand.
• Het actieve scherpstelveld wordt rood, de andere vier
verdwijnen. Het scherpstelsignaal moet wit worden om aan te
geven dat de scherpstelling is vergrendeld.
• Gebruikt u enkelvoudige AF met Area AF, plaats dan het
onderwerp in de scherpstelvelden en druk de ontspanknop
half in. De scherpstelvelden verdwijnen en een rode AF-
sensor geeft aan waarop wordt scherpgesteld.
Houd de ontspanknop half ingedrukt, ga terug naar de oor-
spronkelijke beeldcompositie. Druk de ontspanknop geheel in
om de opname te maken.
Het scherpstelsignaal in de rechter benedenhoek van de lcd-
monitor en het groene scherpstellampje naast de zoeker geven
de scherpstelstatus aan.
Scherpstelling vergrendeld.
Kan niet scherpstellen. Onderwerp te dichtbij of spe-
ciale scherpstelsituatie verhindert goede instelling.
51