Onderhoud en verzorging
11.2 Interieur van de machine reinigen
Let erop dat er geen roestende delen in het interieur van de machine achterblijven, omdat
daardoor ook het roestvaste materiaal van de machine kan gaan roesten. Roestdeeltjes
kunnen afkomstig zijn van niet-roestvast vaatwerk, van schoonmaakhulpmiddelen, van
Voorzichtig
beschadigde draadkorven of van niet-roestvaste waterleidingen.
De volgende hulpmiddelen mogen niet gebruikt worden om de machine te reinigen:
− hogedrukreinigers
− chloor of andere zuurhoudende reinigingsmiddelen
− metalen sponsen of staalborstels
− schuurmiddelen of krassende reinigingsmiddelen
➢ Verwijder vervuilingen met een borstel of lap.
11.3 Wasvelden reinigen
➢ Ga voor het bovenste wasveld op dezelfde manier te werk.
11.4 Machine aan de buitenzijde reinigen
− Spuit de machine en de directe omgeving ervan (wanden, vloer) niet af met een
waterslang, stoomreiniger of hogedrukreiniger.
− Let erop dat bij het reinigen van de vloer de onderbouw van de machine niet onder water
Waarschuwing
komt te staan om te voorkomen dat het water ongecontroleerd de machine binnendringt.
➢ Reinig het display met een vochtige doek.
➢ Reinig de buitenzijde met een reinigingsmiddel arbeitsvoor roestvrij staal en poetsmiddel voor
roestvrij staal.
11.5 Ontkalken
Wanneer de machine met erg hard water of zonder waterbehandeling wordt gebruikt moet deze regelmatig
worden ontkalkt ( 7.7).
30
Naspoelsproeiers controleren
➢ Controleer of de naspoelsproeiers (A) verstopt of verkalkt zijn.
➢ Reinig de naspoelsproeiers indien nodig.
➢ Schakel een bevoegde servicemonteur in als de naspoelsproeiers sterk
verkalkt zijn.