9
Werking
9.1 Voor inschakelen van de machine
Kans op beschadiging van de waspomp doordat bijvoorbeeld bestekdelen worden
aangezogen
Gebruik de machine alleen wanneer het zeefsysteem (afb. 6) is gemonteerd.
Voorzichtig
BELANGRIJK Doseersystemen moeten worden ontlucht als er lucht in de doseerslang is gekomen doordat
de reservoirs niet tijdig werden vervangen of bijgevuld ( 6.3.2).
9.2 Machine inschakelen
De machine is gereed voor gebruik zodra de starttoets groen brandt.
INFO
Wanneer het onverlichte display (afb. 1) wordt aangeraakt kan het 20 tot 30 s duren voor afb. 2
wordt weergegeven.
9.3 Wassen
Mogelijk verbrandingsgevaar door heet waswater
− Houd kinderen uit de buurt van de vaatwasmachine. In het interieur bevindt zich
waswater met een temperatuur van ca. 62 °C.
Waarschuwing
− Open de deur nooit wanneer de machine bezig is met een programma. Het gevaar bestaat
dat er heet waswater naar buiten spuit. Annuleer eerst het wasprogramma ( 9.3.5).
Mogelijk letselgevaar
− Plaats scherpe, puntige delen zodanig in de machine dat u zich niet daaraan kunt
verwonden.
− Gebruik de vaatwasmachine nooit voor het wassen van elektrisch verwarmde
kooktoestellen of houten delen.
− Was kunststof delen alleen als deze hitte- en alkalibestendig zijn.
Voorzichtig
− Was delen van aluminium, zoals pannen, bakken of platen, alleen met een hiervoor
geschikt reinigingsmiddel om zwarte verkleuringen te voorkomen.
9.3.1
De vaatwaskorf inruimen
➢ Verwijder grove etensresten.
➢ Giet drankresten weg (buiten de machine).
➢ Spoel as met water weg.
➢ Ruim borden met de voorzijde naar voren in.
➢ Ruim glazen, kopjes, kommen en potten met de opening naar beneden in.
➢ Was bestek staand in een bestekbeker of liggend in een vlakke korf. Zorg ervoor dat er voldoende
ruimte is tussen het bestek.
Werking
25