2.
Houd de bovenkant van de accu schoon door deze
af en toe te reinigen met een borstel die in een
oplossing van ammoniak of natriumbicarbonaat is
gedompeld. Spoel de bovenkant na het reinigen af
met water. Verwijder nooit de vuldop bij het
reinigen.
3.
De accukabels moeten stevig op de accupolen
zitten zodat ze goed contact maken.
4.
Als er op de accupolen corrosie ontstaat, moet u
de accudeksel verwijderen, de kabels losmaken,
de min (-) kabel eerst, en de klemmen en polen
afzonderlijk schoonkrabben. Zet de kabels weer
vast, de plus (+) kabel eerst, en smeer de
accupolen in met petrolatum.
5.
Controleer het zuurpeil om de 50 bedrijfsuren of
om de 30 dagen, wanneer het voertuig is
opgeslagen.
6.
U kunt het peil in de cellen bijhouden met
gedestilleerd of gedemineraliseerd water. Vul de
cellen niet hoger dan de onderkant van de vulring
in elke cel.
50