•
Controleer regelmatig het peil van de vloeistoffen
en de motorolie en let op tekenen die erop wijzen
dat een onderdeel van het voertuig oververhit
raakt.
•
Na een koude start moet u de motor ongeveer 15
seconden warm laten worden, voordat u het
voertuig in zijn versnelling zet.
•
Voorkom dat u de motor laat 'razen'.
•
Tijdens de eerste uren van de inrijperiode voor
een nieuw voertuig moet u krachtig remmen
vermijden. Nieuwe remvoeringen leveren pas na
enkele bedrijfsuren optimale prestaties doordat de
remmen dan als gevolg van het gebruik zijn
gepolijst (ingereden). U kunt echter een speciale
inrijprocedure voor de remmen volgen om ervoor
te zorgen dat deze direct optimaal functioneren.
•
De remmen inrijden: Rij 3 minuten met het
voertuig op volle snelheid, schakel vervolgens
gedurende 30 seconden de remmen in terwijl u
het gaspedaal ingetrapt houdt. Herhaal deze
stappen 20 tot 30 keer. Om na te gaan of de
remmen volledig ingereden zijn, verwijdert u een
van de achterwielen en controleert u de aanslag
op de remtrommel. De aanslag moet lichtgrijs tot
wit van kleur zijn.
•
Varieer de snelheid van het voertuig tijdens het
gebruik. Vermijd langdurig stationair draaien van
de motor. Vermijd snel starten en stoppen.
•
De motor heeft geen inrij-olie nodig. De originele
motorolie is hetzelfde type olie dat is voor-
geschreven voor regelmatige olieverversingen.
•
Zie hoofdstuk Onderhoud van de
gebruikershandleiding voor bijzondere controles
op rustige momenten.
VOORZICHTIG
De interlockschakelaars zijn er voor de veiligheid van
de bestuurder; stel deze daarom nooit buiten werking.
Controleer elke dag of de schakelaars functioneren
om er zeker van te zijn dat het interlocksysteem naar
behoren werkt. Als een schakelaar defect is, moet u
deze vervangen voordat u de machine gebruikt. Ten
behoeve van een maximale veiligheid, moet u de
interlockschakelaars om de twee jaar vervangen,
ongeacht of ze wel of niet naar behoren functioneren.
Vertrouw niet uitsluitend op de veiligheids-
schakelaars—gebruik uw gezond verstand!
Het veiligheidssysteem
controleren
Het veiligheidssysteem zorgt ervoor dat de motor niet
aanslaat of start, tenzij het koppelingspedaal is
ingetrapt.
Controle of de interlockschakelaar van de koppeling
functioneren:
1.
Neem plaats op de bestuurdersstoel en stel de
parkeerrem in werking. Zet de schakelhendel in
de neutraalstand
2.
Draai het sleuteltje naar rechts op AAN, zonder
het koppelingspedaal in te trappen.
3.
Als de motor aanslaat of start is er sprake van een
defect in het veiligheidssysteem dat hersteld moet
worden voordat u de machine gebruikt.
Zie gebruikershandleiding voor werktuig voor de
controleprocedure van het veiligheidssysteem van het
werktuig.
Gebruikseigenschappen
Het voertuig is ontwikkeld met oog op veiligheid. Het
heeft vier wielen voor extra stabiliteit. De besturing
lijkt sterk op die van een auto, met een stuurwiel,
rempedaal, koppelingspedaal, gaspedaal en
versnellingspook. Onthoud echter dat dit voertuig geen
personenvoertuig is. Dit is een bedrijfsvoertuig, dat
niet is ontworpen voor gebruik op de openbare weg.
WAARSCHUWING
The Workman
is geen wegvoertuig en is niet
®
ontworpen, uitgerust of gebouwd voor gebruik op de
openbare weg.
Het voertuig heeft speciale banden, lage over-
brengingsverhoudingen, een differentieelgrendel en
andere voorzieningen die het extra tractie geven. Deze
kenmerken bevorderen de wendbaarheid van het
voertuig, maar kunnen ook leiden tot gevaarlijke
situaties. Onthoud dat het voertuig geen recreatie-
voertuig is. Het is geen terreinwagen (ATV). En het is
zeker niet bedoeld om mee te spelen of te stunten. Het
is een werkvoertuig, geen speelgoed. Laat kinderen
nooit het voertuig besturen. Iedereen die het voertuig
bestuurt, moet in het bezit van een rijbewijs zijn.
26