tweerichtingskoppeling voelt dat de achterwielen
slippen en stelt vervolgens de voorwielaandrijving in
werking en brengt de beweging van de motor over op
de voorwielen. De vierwielaandrijving blijft kracht
overbrengen op de voorwielen tot de achterwielen
weer voldoende tractie hebben om het voertuig voort
te bewegen zonder te slippen. Als het zover is stopt het
systeem met het aandrijven van de voorwielen en de
besturingseigenschappen worden weer vergelijkbaar
met die van een voertuig met tweewielaandrijving. De
vierwielaandrijving werkt zowel in zijn vooruit als
achteruit, maar bij bochten zullen de achterwielen iets
langer slippen voordat de voorwielaandrijving wordt
geactiveerd.
WAARSCHUWING
Als het voertuig op een helling omslaat of gaat rollen,
kan dit ernstig letsel veroorzaken.
De extra tractie die de vierwielaandrijving biedt, kan
genoeg zijn om u in gevaarlijke situaties te brengen,
zoals oprijden van hellingen die te steil zijn om te
draaien. Wees voorzichtig als u werkt, speciaal op
steile hellingen.
Transport van het voertuig
Om het voertuig over grote afstanden te verplaatsen,
moet u een oplegger gebruiken. Zorg ervoor dat het
voertuig stevig is bevestigd aan de oplegger. Zie
Figuren 24 en 25 voor de plaats van de
bevestigingspunten.
Het voertuig slepen
In noodgevallen kan het voertuig over een korte
afstand worden gesleept. Toro raadt echter aan hiervan
geen standaardprocedure te maken.
WAARSCHUWING
Als u het voertuig bij een te hoge snelheid sleept,
kunt u de macht over het stuur verliezen. Sleep het
voertuig nooit sneller dan 8 km per uur.
Het slepen van het voertuig moet worden uitgevoerd
door twee personen. Bevestig een sleepkabel aan de
gaten in de voorzijde van het frame. Zet de schakel-
hendel in de neutraalstand en zet de parkeerrem vrij.
Als de machine over een grote afstand moet worden
verplaatst, moet u deze vervoeren op een vrachtwagen
of een aanhanger.
Opmerking: De stuurbekrachtiging zal niet
functioneren, waardoor het sturen wordt bemoeilijkt
(er is meer kracht nodig).
1. Ogen in frame
1. Buis van achteras
2. Koppelplaat
Trekken van een aanhangwagen
De Workman
®
kan aanhangwagens en werktuigen
trekken die zwaarder zijn dan het voertuig zelf.
Er zijn twee typen trekhaken verkrijgbaar voor de
Workman
®
, afhankelijk van de werkzaamheden
waarvoor u het voertuig gebruikt. Neem voor verdere
informatie contact op met een erkende TORO-dealer.
Als uw Workman
®
gemonteerd op de buis van de achteras, dan kan deze
aanhangwagens of werktuigen trekken met een
totaalgewicht van maximaal 560 kg. Zorg er altijd
voor dat 60 % van het gewicht van de lading zich in
het voorste deel van de aanhangwagen bevindt.
Hierdoor komt ongeveer 10 % (max. 75 kg) van het
totale gewicht van de aanhangwagen op de trekhaak
van het voertuig.
Wanneer u aanhangers vervoert met een standaard
trekhaak of met een opleggerkoppeling met een
totaalgewicht van meer dan 560 kg, gebruik dan een
op het chassis gemonteerde trekhaak (geschikt voor
aanhangwagens tot 1306 kg) of een opleggerkoppeling
met remmen. De aanhangwagen moet voorzien zijn
van remmen, wanneer u een aanhangwagen met een
totaalgewicht van meer dan 560 kg trekt met een
Workman
®
voertuig.
31
1
Figuur 24
1
Figuur 25
is uitgerust met een trekhaak die is
2