1. Kriksteunpunt aan de voorzijde
1. Kriksteunpunten aan de achterzijde
Algemeen onderhoud van het
luchtfilter (Fig. 37)
Controleer het luchtfilter en de slangen periodiek voor
een optimaal beschermde motor en een maximale
levensduur.
1.
Controleer het luchtfilterhuis op schade die
mogelijk een luchtlek kan veroorzaken. Vervang
een beschadigd luchtfilterhuis.
2.
Geef het luchtfilter om de 50 uur een onder-
houdsbeurt en vervang het om de 200 uur (vaker
in uiterst stoffige of vuile omstandigheden).
Onderhoud van het luchtfilter
1.
Maak de sluitingen los waarmee het deksel van
het luchtfilter is bevestigd aan het luchtfilterhuis.
Haal het deksel los van het luchtfilterhuis. Reinig
de binnenkant van het luchtfilterdeksel.
2.
Schuif het filter voorzichtig uit het luchtfilterhuis
om zo weinig mogelijk stof te verplaatsen. Zorg
ervoor dat u niet met het filter tegen het
luchtfilterhuis stoot.
1
Figuur 35
1
1
Figuur 36
1. Sluitingen van het luchtfilter
2. Stof-cup
3. Filter
3.
Inspecteer het filter en gooi het weg als het is
beschadigd. Een beschadigd filter mag niet
worden gewassen of opnieuw worden gebruikt.
Reinig het filter als volgt:
Wassen
A. Maak een oplossing van filterreiniger en
water en laat het filterelement hierin
ongeveer 15 minuten weken. Raadpleeg de
instructies op de verpakking van de
filterreiniger voor volledige informatie.
B.
Nadat u het filter 15 minuten heeft laten
weken, spoelt u dit om met schoon water. Om
te voorkomen dat het filterelement wordt
beschadigd, mag de maximale waterdruk niet
hoger zijn dan 276 kPa (40 psi). Als u het
filter omspoelt, moet u beginnen aan de
schone kant en naar de vuile kant toe werken.
C. Droog het filterelement met een warme
luchtstroom (maximaal 71°C) of laat het
element aan de lucht drogen. Gebruik geen
gloeilamp om het filterelement te drogen
omdat hierdoor beschadigingen kunnen
ontstaan.
Persluchtmethode
A. Blaas perslucht van binnen naar buiten door
het droge filterelement. Zorg dat de druk niet
hoger is dan 689 kPa (100 psi) om
beschadiging van het element te voorkomen.
B.
Houd de spuitmond van de luchtslang ten-
minste 5 cm van het filter en beweeg de
spuitmond op en neer terwijl u het filter-
element ronddraait. Inspecteer het filter op
gaten en scheuren door het filter tegen een
39
Figuur 37