DE WEERGAVEN
NL
IN DE ZOEKER
1
2
3
4
5
6
6
60
Horizon
1
(Kantelen over de langsas / neiging over de dwarsas; weergaven gelden
bijvoorbeeld voor neiging met de klok mee; andere richtingen worden
analoog weergegeven)
–
–
–
7
8
9
10
11
12
–
–
Sluiter-/belichtingstijd
2
– handmatig ingestelde waarde bij
waarde bij
–
(high) of
12
tische belichtingsmodi , ,
–
–
Belichtingsmodus
3
–
Programma-automaat
–
Tijdautomaat
–
Diafragma-automaat
–
Handmatige instelling van sluitertijd en diafragma
Diafragma
4
handmatig ingestelde waarde bij
waarde bij
Flitsweergave
5
Branden Flits paraat
Knipperen Flits laadt bij, niet paraat
Lichtschaal
6
(markeringen: steeds
knipperen bij ≤ -3 EV / ≥ +3 EV ) voor de weergave van
– handmatige belichtingscompensatie,
– Afwijking van de actuele meting van de opgeslagen belichtingsin-
stelling (met meetwaarde-opslag in de automatische belichtings-
modi , , )
– Belichtingscorrecties
Flitsweergave
7
Branden = sluitertijd ≥ synchronisatietijd ingesteld
maximaal ± 0,5°
0,5-2,5°
2,5-5°
5-10°
knipperend ≥ 10°
en , automatisch geregelde
en ; weergave in halve niveaus, of
(low) voor over- of onderbelichting bij de automa-
en door flitslicht, respectievelijk
voor waarden die lager zijn dan het meetbereik.
B
-instelling voor lange-tijdbelichting
Waarschuwingsmelding voor volle geheugenkaart(en)
en , automatisch geregelde
en ; weergave in halve niveaus
⁄
EV-niveau, laatste markeringen / cijfers
1
2
Focusweergaven
8
–
verschijnt uitsluitend bij handmatige modus, respectievelijk bij
handmatige oversturing van de AF: brandt continu bij te grote
instelling
–
bij handmatige modus: brandt continu bij correcte instelling
– bij
: brandt continu bij correcte instelling, knippert als
AFs
correcte instelling niet mogelijk is,
– bij
: brandt continu bij correcte instelling, dooft als
AFc
scherpstellen opnieuw wordt gestart,
–
verschijnt uitsluitend bij handmatige modus, respectievelijk bij
handmatige oversturing van de AF: brandt continu bij te korte
instelling
Belichtingscorrectie / flits-belichtingscorrectie ingesteld
9
Methode belichtingsmeting
10
–
Meerveldmeting
–
Centraal georiënteerde meting
–
Spotmeting
Telwerk aantal afbeeldingen
11
–
Resterend totaalaantal opnamen
–
Externe opslag
–
(met 2 Hz knipperend) = geheugenkaart vol
–
(met 2 Hz knipperend) = geen geheugenkaart geplaatst
–
Maximale aantal bij serieopnamen
–
Foutmelding
ISO-gevoeligheid
12
–
Bij handmatige instelling
–
Bij automatische instelling
–
HI 1 (ISO3200) / HI 2 (ISO6400) / HI 3 (ISO12500)=
Momentaan ingestelde gevoeligheid
Aanwijzing:
De zoeker-LCD is bij ingeschakelde camera in principe verlicht. De
helderheid van deze belichting wordt omwille van optimale afleesbaarheid
automatisch aangepast aan de helderheid van het omgevingslicht.