Live View-modus
Bij de gangbare foto-opnamemodus moet u de camerazoeker gebruiken,
maar bij de Live View-modus kunt u het object op de monitor bekijken,
zowel vóór als tijdens de opname.
In- en uitschakelen van de Live View-modus, maar ook het inschakelen
van de videomodus (zonder opnamestart), doet u met de
elkaar indrukken van de knop geeft na elkaar (in een gesloten lus) de
functies Live View-foto / videomodus / gangbare foto-opnamemodus
• Bij het inschakelen verschijnen 3 seconden lang in de vier hoeken van
het monitorbeeld de functiegegevens voor de belendende knoppen.
• De videomodus vindt in principe plaats met behulp van het monitorbe-
eld.
Aanwijzingen:
• In het kader van de Live View-modus kunt u extra functievarianten voor
autofocus- en belichtingsmeting gebruiken, zie daartoe de bijbeho-
rende gedeelten.
• De Live View-modus is gebaseerd op het beeld dat door de sensor
wordt geregistreerd. Dit vereist dat de sluiter wordt geopend. Als de
functie wordt gestopt, zal hij weer sluiten en naspannen. Dit is natuur-
lijk hoorbaar en kan eventueel ook een ontspanvertraging met zich
meebrengen.
• Veelvuldig gebruik van de Live View-modus leidt tot verhoogd stroom-
verbruik.
Belichtingssimulatie
In de fabrieksinstelling toont het Live View-monitorbeeld het object in de
helderheid, die de actuele belichtingsinstelling geeft. Deze belichtingssi-
mulatie biedt bijvoorbeeld de mogelijkheid tot belichtingscorrecties of bij
handmatige instelling de belichting vóór de opname. Bij automatische
belichtingsregeling (P, A, T; zie pagina 30 / 31) houdt het monitorbeeld
daarentegen meestal (dat wil zeggen: binnen het betreffende instelbereik)
gelijke helderheid.
De belichtingssimulatie kunt u uitschakelen door de diafragmeerknop in
te drukken, zodat u onafhankelijk van de belichtingsinstellingen een in de
regel altijd in gelijke mate helder blijvend monitorbeeld krijgt.
Het 'meestal' in gelijke mate helder blijvend monitorbeeld vergt echter
dat de helderheid van het object en de ingestelde belichting niet al te lage
of hoge helderheidswaarden geven en de interne belichtingstijd niet
langer dan
⁄
s is.
1
30
Weergeven in de Live View-modus
Het Live View-monitorbeeld heeft bij de standaardinstelling de volgende
weergaven (zie 'De weergaven / op de monitor / opnamemodus Live
View foto', pagina 62):
– in de kopregel enige basisgegevens
LV
-knop. Het na
– in de beeldhoeken symbolen voor de functies van de knoppen naast de
monitor:
= weergave,
en
= menu
–
Spot-belichtingsmeetveld (+ autofocus-meetkruis)
–
Autofocus-meetkruis
– Belichtingssimulatie
– eventueel
= knopblokkering
Weergave-instellingen
Als u de knop rechtsonder naast de monitor herhaaldelijk indrukt, kunt u
na elkaar verschillende extra weergaven / gegevens oproepen:
– Histogram- en clipping-weergaven
– Markering scherp afgebeelde objectdelen:
– Rasterlijnen en waterpas
– Uitgebreide opnamegegevens
– Terug naar het gangbare aanzicht
Histogram
Het histogram geeft de helderheidsverdeling van de opname weer. Daar-
bij komt de horizontale as overeen met de helderheidswaarden die van
zwart (links) via grijs naar wit (rechts) lopen. De verticale as komt overeen
met de hoeveelheid pixels van de desbetreffende helderheid. Deze gra-
fische weergave maakt – naast de beeldindruk zelf – een extra snelle en
= weergaveomschakeling,
= vergroten
eenvoudige beoordeling van de belichtingsinstelling mogelijk.
Clipping-weergave
Deze weergaven geven de beeldbereiken aan zonder markering.
De functie instellen
1. In het menu, gedeelte
2. in dit submenu
3. In dit submenu
4. In de schaalverdeling door het achterste instelwiel te verdraaien of
In de beelden verschijnt dan het volgende:
• Te sterk belichte gebieden knipperen rood tot donkerblauw. Bovendien
Aanwijzingen bij het histogram en de clipping-weergaven:
• Beide zijn ook in de weergavemodus beschikbaar.
• Beide hebben steeds betrekking op de actueel weergegeven uitsnede
, het punt
SETUP
Capture Assistants
selecteren en
Exposure Clipping
, respectievelijk
Lower Limit
Upper Limit
door de 5-weg-knop naar links of rechts te drukken, de gewenste
drempelwaarden instellen
• De schaal toont de clipping-gebieden in verhouding tot de totale
omvang van de belichting.
verschijnt rechtsboven het clipping-symbool ([ ]).
(zie 'Het Live View-monitorbeeld vergroten').
NL
selecteren en
27