TECHNISCHE GEGEVENS
NL
Cameratype Leica S (Typ 007),
digitale middenformaat-spiegelreflexcamera
Objectiefaansluiting Leica S-bajonet
Objectiefsysteem Leica S-objectieven
Opnameformaat / hoogte-breedteverhouding 30 x 45 mm / 2:3
Beeldsensor / resolutie Leica CMOS-sensor met 6 µm pixelgrootte,
met microlenzen; 37,5 MP
Dynamiekomvang 15 diafragmatrappen
Kleurdiepte 16 bit per pixel
Laagdoorlaatfilter Geen, maximale overbrenging van de scherpte,
onderdrukking van Moirépatronen door externe digitale beeldverwerking
op de sensor
Gegevensindelingen foto: DNG (onbewerkte gegevens), DNG + JPEG,
JPEG.
DNG-/JPEG-resolutie DNG: 37,5 MP, JPEG: 37,5 MP, 9,3 MP, 2,3 MP
Bestandsformaat DNG: circa 42 Mbyte, JPEG: circa 1-16 Mbyte
(afhankelijk van toegepaste resolutie en beeldinhoud), video: ononderbro-
ken video-opnamen zijn tot een maximale lengte van 29 minuten moge-
lijk, maximale bestandsgrootte voor de overdracht naar Mac-computer: 4
GB
Buffergeheugen 2 GB, maximale aantal opnamen in serie (afhankelijk
van gebruikte geheugenkaart): DNG: maximaal 14, JPEG: onbegrensd
Kleurruimte Adobe
®
RGB, sRGB, ECI RGB 2.0
Witbalans Automatisch, handmatig, acht voorinstellingen, instelling
kleurtemperatuur
Opslagmedium CF kaarten (maximaal UDMA7), SD kaarten tot 2 GB,
SDHC kaarten tot 32 GB, SDXC kaarten, geheugenkaarten met minder
dan 1 GB capaciteit kunnen niet worden gebruikt, 4K video-opnamen
kunnen uitsluitend op SD kaarten worden opgeslagen
Menutalen Engels, Duits, Frans, Spaans, Italiaans, Spaans, Russisch,
Japans, traditioneel Chinees, vereenvoudigd Chinees, Koreaans, Portu-
gees
58
Belichtingsregeling
Belichtingsmeting Opendiafragmameting door het objectief (TTL)
Meetmethoden Spot (3,5%), centraal georiënteerd, meerveldmeting (vijf
velden)
Meetwaarde opslaan Door met de ontspanknop tot het drukpunt te
gaan, opslag voor één opname of permanent met 5-weg-knop
Belichtingscorrectie ±3 EV (belichtingswaarden), in halve uren instel-
baar
Automatische belichtingsserie Naar wens drie of vijf opnamen, naar
wens
⁄
EV, 1 EV, 2 EV, 3 EV afwijking tussen de afzonderlijke opnamen,
1
2
afhankelijk van de ingestelde modus verandering van de belichtingen
door diafragma en / of sluitertijd
Meetbereik (bij diafragma 2,5 en ISO100), spotmeting: EV2,7 - 20,
centraal georiënteerde meting en meerveldmeting: EV1,2 - 20, waar-
schuwing in de zoeker bij waarden onder / boven het meetcel-bereik
voor omgevingslicht meerveld-fotodiode (duurlicht-metingen)
Gevoeligheden ISO100, ISO200, ISO400, ISO800, ISO1600,
ISO 3200, ISO6400, ISO 12500, automatisch
Belichtingsmodi Programma-automaat met shift-functie
( ), tijdautomaat ( ), diafragma-automaat ( ), handmatige instelling ( )
Flits-belichtingsregeling
Flitsapparaataansluitingen Accessoireschoen met midden- en
regelcontacten, LEMO
®
- of norm-flitsaansluitbussen zonder regeling van
de lichtopbrengst
Synchronisatie Flitssynchronisatietijd:
⁄
1
125
bij objectieven met centrale sluiter, langere sluitertijden toepasbaar, naar
wens aan het begin of aan het einde van de belichting; flitsen ook met
kortere sluitertijden (
⁄
s –
⁄
s) mogelijk met navenant uitgeruste
1
1
180
4 000
flitsapparaten (HSS-modus)
Flits-meetcel Meerveld-fotodiode
Flits-belichtingsmeting/-regeling (met systeemcompatibele Leica
flitsapparaten, op de camera geplaatst) Regeling door flitsapparaat
met TTL-voorflits-meting, met automatische overbrenging en rekening
houden met gevoeligheid en ingestelde / geregelde objectiefdiafragma,
alle belichtingsmodi toepasbaar, automatische afstemming van het
flitslicht-aandeel op het omgevingslicht
Lineaire flitsmodus (met systeemcompatibele, navenant uitgeruste
Leica flitsapparaten, lineaire flitsmodus met TTL-voorflits-meting en
automatische TTL-HSS-regeling) Voor flitsfotografie met kortere sluiter-
tijden dan de synchronisatietijd door het afgeven van meerdere flitsen in
zeer korte tijd, automatische omschakeling naar de HSS-modus als de
waarde lager is dan de synchronisatietijd
Stroboscoop-flitsmodus (meerdere flitsen tijdens een opname) Met
de belichtingsmodi
uitgeruste Leica flitsapparaten automatische aanpassing van de belich-
tingstijd
Flits-belichtingscorrectie Aan navenant uitgeruste flitsapparaten
instelbaar
Weergaven bij flitsmodus Paraatheidsstatus door knipperen of
constant branden van het flitssymbool in de zoeker
s, respectievelijk
⁄
s
1
1000
en
, maar ook systeemcompatibele, navenant
P
A