Signaaltonen
Met de Leica S kunt u bepalen of meldingen of de autofocusmodus door
akoestische signalen moeten worden bevestigd, of dat het gebruik van de
camera vrijwel geruisloos moet zijn. U kunt kiezen uit twee geluidssterk-
tes.
Als retourmelding dient een pieptoon, die steeds afzonderlijk in de autofo-
cusmodus als melding van de geslaagde instelling en als aanwijzing op
een melding kan worden geactiveerd.
Aanwijzing:
In de fabrieksinstelling zijn de signaaltonen uitgeschakeld.
De functies instellen
1. In het menu, gedeelte
, het punt
SETUP
Acoustic Signals
en
2. het submenu oproepen
Dit bestaat uit de drie punten
,
Volume
AF Confirmation
3. Bij geluidssterkte
of
selecteren
Low
High
4. In de andere submenu´s selecteren, of u de tonen voor de betref-
fende functies al of niet wilt activeren
Als u
selecteert
On
Bij AF-bevestiging klinkt een signaal, zodra de scherpte (hetzij automa-
tisch hetzij handmatig) correct is ingesteld; dat wil zeggen: samen met
het oplichten van de overeenkomstige weergave in de zoeker.
Bij
klinkt een signaal samen met alle op de monitor verschij-
Warnings
nende meldingen en waarschuwingen, maar ook bij het werken van de
zelfontspanner.
Als u
bij
selecteert
Off
Warnings
Ook als u
selecteert, klinkt in twee situaties toch een akoestisch
Off
waarschuwingssignaal:
– als de afdekklep boven de geheugenkaarten tijdens de gegevensover-
dracht wordt geopend
– als bij voltooiing van het sensor-reinigingsproces de sluiter weer sluit
Monitor en afdekkap-display
De Leica S heeft twee weergavemogelijkheden,
– een zwart-wit-vloeikristal–display en
– een groot 3" vloeikristal kleurenmonitor, die is afgeschermd met een
hard en daarmee bijzonder krasvast dekglas.
Het afdekklep-display toont onder anderen de belangrijkste wezenlijke
informatie over de status van de geheugenkaart(en) en van de batterij, maar
ook over de belichtingsregeling (zie 'De weergaven in het afdekkap-display',
pagina 61).
De monitor geeft het gehele beeld weer, maar ook de op dat moment
geselecteerde data en informatie (zie 'De weergaven op de monitor',
pagina 62 en verder). De helderheid van de monitor wordt automatisch,
selecteren
aan de hand van het omgevingslicht, geregeld. Daartoe dient de sensor
boven de monitor. Bovendien kan zijn basishelderheid aan de betreff ende
situatie, respectievelijk uw wensen, worden aangepast.
en
.
Warnings
De functies instellen
1. In het menu, gedeelte
SETUP
en
2. in het submenu het gewenste niveau
Monitor
Afdekkap-display
, het punt
selecteren
Display Brightness
NL
21