5 Zo gaat u te werk bij het reinigen
18.
19.
20.
21.
22.
23.
Bedieningshandboek
Spoel de gaarruimte, de aanzuigplaat, het gebied achter
de aanzuigplaat en de afvoer van de gaarruimte met de
handsproeier grondig uit.
WAARSCHUWING! Gevaar voor besmetting van levens‐
middelen door reinigingsmiddel of spoelmiddel door on‐
toereikend uitspoelen
Indien het apparaat geen handsproeier heeft, gebruikt
u voor het uitspoelen in plaats van de handsproeier
een externe waterstraal of wist u de gaarruimte, het
toebehoren en het gebied achter de aanzuigplaat met
veel water en een zachte doek grondig uit.
Arrêteer de aanzuigplaat weer.
Controleer het reinigingsresultaat. De gaarruimte moet
zichtbaar schoon zijn en niet naar levensmiddelresten of
reinigingsmiddelen ruiken.
Indien nog extra werk noodzakelijk is, reinigt en spoelt u
de gaarruimte handmatig of nogmaals door middel van
een reinigingsprofiel.
Ledig de condensopvangbak van de beladingswagen en
spoel hem met water uit.
Rijd de beladingswagen (optioneel bordenbeladingswa‐
gen) terug in de gaarruimte.
Laat de deur van het apparaat op een kier, zodat de gaar‐
ruimte kan drogen.
88