4 Zo gaat u te werk bij het garen
4.3.3
Beladen en uitnemen van het gaargoed
Voor uw eigen veiligheid bij de omgang met het apparaat
Maakt u zich voor het begin van de werkzaamheden absoluut vertrouwd met de onder '
gang met het apparaat op pagina 57' vermelde regels en waarschuwingen en volg hen op.
Hete vloeistoffen
Verbrandingsgevaar door hete vloeistoffen
Het morsen van vloeibaar gaargoed kan leiden tot verbranding van gezicht en handen.
Let bij het beladen steeds op het maximale beladingsgewicht.
Gebruik alleen bakken met de juiste maten: GN-maten bij beladingswagen met U-rails
(standaarduitvoering) c.q. bakmaten bij beladingswagen met L-rails (bakkerij-uitvoering).
Schuif de gaargoeddragers correct erin volgens de regels op Pagina 46 bij een apparaat in de
grootte X.10 c.q. op Pagina 47 bij een apparaat in de grootte X.20.
Plaats bakken met vloeistoffen of met gaargoed dat gedurende het garen vloeibaar wordt alleen op
inschuifniveaus die voor alle gebruikers te zien zijn. Neem bakken met vloeistoffen of met
gaargoed dat gedurende het garen vloeibaar wordt altijd waterpas eruit.
Vergrendel de doorschuifbeveiliging van de beladingswagen.
Dek bakken met hete vloeistoffen gedurende het transport af.
Let erop dat de beladingswagen niet omkiept. Dit gevaar bestaat als de beladingswagen over een
scheef oppervlak wordt gereden of tegen een obstakel stoot.
Draag de persoonlijke beschermingsmiddelen.
Vereiste voorkennis
Deze gebruikswijzen moet u kennen:
Apparaatdeur veilig openen en sluiten
Gebruik van een beladingswagen uit de +3-serie
Om een beladingswagen uit de +3-serie in een Convotherm 4 combi-steamer te kunnen gebruiken,
kunt u bij de fabrikant een eenvoudig te monteren ombouwset bestellen.
Rijd zonder deze ombouw geen beladingswagen uit de +3-serie in een Convotherm 4 combi-steamer.
Dit kan tot beschadiging van het apparaat leiden.
Voorwaarden
De beladingswagen is correct gereinigd en klaargezet.
De handgreep van de beladingswagen is eraf genomen.
De vastzetremmen van de beladingswagen zijn gearrêteerd.
Bedieningshandboek
61
Veilige om‐
59