5 Zo gaat u te werk bij het reinigen
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
Bedieningshandboek
Zwenk de aanzuigplaat in de gaarruimte.
Sproei de gaarruimte, de aanzuigplaat, het gebied achter
de aanzuigplaat en de afvoer van de gaarruimte met het
reinigingsmiddel in de spuitfles in.
Arrêteer de aanzuigplaat weer.
Rijd de beladingswagen (optioneel bordenbeladingswa‐
gen) terug in de gaarruimte.
Sproei de beladingswagen (optioneel bordenbeladings‐
wagen) met het reinigingsmiddel in de spuitfles in.
Sluit de deur van het apparaat.
Wacht gedurende de reinigingsfase (ong. 10 minuten).
Als de reinigingsfase beëindigd is, hoort u een geluidssig‐
naal.
U wordt verzocht, de gaarruimte uit te spoelen.
Open de deur van het apparaat.
Spoel de beladingswagen (optioneel bordenbeladingswa‐
gen) met de handsproeier grondig af.
Rijd de beladingswagen (optioneel bordenbeladingswa‐
gen) uit de gaarruimte.
Zwenk de aanzuigplaat in de gaarruimte.
87