start, herhaalt u stap 3.
HET CONTROLEREN VAN DE
WAARSCHUWINGSLAMPJES
Controleer iedere dag voordat u begint te maaien of alle
waarschuwingslampjes werken.
Note: The alarm will continue to sound until the problem
is corrected or until the alarm silence button is pressed. If a
second problem is encountered, the alarm will not sound
but the indicator light will illuminate.
HET CONTROLEREN VAN HET
VEILIGHEIDSBLOKKERINGSSYSTE
EM
DE VEILIGHEIDSBLOKKERINGEN ZIJN VOOR
DE VEILIGHEID VAN DE BESTUURDER,
MAAK ZE DAAROM NIET LOS. CONTROLEER
DAGELIJKS DE WERKING VAN HET DE
VEILIGHEIDSBLOKKERING. ALS ER EEN
SCHAKELAAR DEFECT IS MOET U DEZE
VERVANGEN VOORDAT U GAAT MAAIEN.
VERVANG DE SCHAKELAARS IEDERE TWEE
JAAR OM DE MAXIMALE VEILIGHEID TE
GARANDEREN, ONGEACHT OF DE
SCHAKELAARS GOED WERKEN OF NIET.
1.
Laat de maai-eenheden op de grond zakken op een
grote open plek zonder vuil en niet in de buurt van
omstanders. Stop de motor.
2.
Ga op de stoel zitten en schakel de parkeerrem in (Afb.
12). Draai de sleutel om en probeer de motor te starten
terwijl de hendel voor het maaien/wetten (Afb. 14)
zowel in de MAAI-positie als in de WET-positie staat.
Indien de motor aanslaat is er een defect dat
onmiddellijk gerepareerd moet worden. Als de motor
niet aanslaat werkt de onderbrekingsschakelaar correct.
3.
Ga op de stoel zitten en schakel de parkeerrem uit
(Afb. 12). Draai de sleutel om en probeer de motor te
starten terwijl de hendel voor het maaien/wetten op
STOP staat (Afb. 12). Indien de motor aanslaat is er
een defect dat onmiddellijk gerepareerd moet worden.
Als de motor niet aanslaat werkt de remschakelaar
correct.
LET OP
Afbeelding 15
1.
Testknop waarschuwingslampjes
19