Voor het gebruik
DE DAGELIJKSE CONTROLE VAN
HET MOTOROLIEPEIL
Voordat er onderhoudswerkzaamheden aan de machine
worden uitgevoerd, dient u de motor te stoppen en de
sleutel uit het contact te nemen.
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2.
Haal de motorkapvergrendelingen (Afb. 1) los en open
de motorkap.
3.
Controleer het oliepeil met behulp van de peilstok
(Afb. 2); het oliepeil moet tot aan de FULL/VOL-
markering staan.
4.
Indien het oliepeil onder de FULL/VOL-markering
staat, verwijdert u de vuldop (Afb. 3) en vult u SAE
10W-30 olie bij totdat het peil tot aan de FULL/VOL-
markering komt. VUL NIET TEVEEL OLIE BIJ. De
carterinhoud is 6,5 L inclusief het filter.
5.
Plaats de vuldop en de peilstok weer op hun plaats
terug.
6.
Doe de motorkap dicht en maak de vergrendelingen
weer vast.
DAGELIJKSE CONTROLE VAN HET
KOELSYSTEEM
De inhoud van het systeem is 14 L.
1.
Draai de dop van de radiator (Afb. 4). Het peil van de
koelvloeistof moet tot aan 2,5 cm van de onderkant van
de vulopening staan.
Als de motor heet is, kan er onder druk staande koel-
vloeistof ontsnappen, hetgeen brandwonden kan ver-
oorzaken wanneer u de dop van de radiator draait.
Draai de dop langzaam en voorzichtig los als de
koelvloeistof heet is.
2.
De radiator dient te worden gevuld tot aan de
bovenkant van de vulpijp en de expansietank dient tot
aan de markeringen op de zijkant te worden gevuld.
LET OP
LET OP
Afbeelding 1
1.
Motorkapvergrendeling
Afbeelding 2
1.
Peilstok
Afbeelding 3
1.
Olievuldop
11