het pedaal intrappen, of tegelijkertijd uw hak op de
REVERSE (ACHTERUIT)-kant zetten en uw tenen op
de FORWARD (VOORUIT)-kant van het pedaal.
Snelheidsbegrenzer (Afb. 10) Beperkt de bewegingen van het
tractiepedaal. De hendel van de begrenzer is een hulpmiddel
bij de bepaling van de maairesultaten en voorkomt plotselinge
snelheidsschommelingen in ongelijk terrein.
BELANGRIJK: De moer van de nokhefboom kan worden
vastgedraaid als de begrenzerstop het tractiepedaal niet in
de gewenste positie houdt.
Transporthendels (Afb. 10 en 11)—De hendels borgen de
maai-eenheden in de opstaande positie tijdens transport. De
hendel voor de voorste maai-eenheden wordt met de voet
bediend (Afb. 9). De hendels van middelste en buitenste maai-
eenheden worden met de hand bediend (Afb. 10).
Liftbediening maai-eenheden (Afb. 12)—Met de twee
buitenste hendels worden de twee buitenste maai-eenheden
opgehaald en neergelaten. Met de middelste hendel worden de
twee voorste en de middelste maai-eenheden opgehaald en
neergelaten. De motor moet draaien om de maai-eenheden
neer te kunnen laten. Als de maaieenheden opgehaald worden
stoppen de messen automatisch. Laat de hendels niet
terugspringen naar de neutraalstand omdat dan de maai-
eenheden niet vrij kunnen bewegen.
Oversteekkoppelstuk (Afb. 12)—Wordt gebruikt om de
lifthendel van de middelste maai-eenheid en de hendel voor
maaien/wetten vast te zetten bij het oversteken van het terrein.
Temperatuurmeter koelvloeistof (Afb. 12)—Geeft de
temperatuur van de koelvloeistof van het systeem aan.
Knop voor opheffen motorblokkering (Afb. 12)—Als deze
knop ingedrukt wordt kan de motor gebruikt worden nadat
deze oververhit geraakt en automatisch uitgeschakeld is door
het elektrische veiligheidssysteem. Uitsluitend voor korte tijd
te gebruiken.
Brandstofmeter (Afb. 121)—Geeft aan hoeveel brandstof er
in de tank zit.
Stroomonderbrekers (Afb. 12)—De hoofd-
stroomonderbreker (40 amp) beschermt de belangrijkste
elektrische circuits en de accessoires, zoals de koplampen. De
hulp-stroomonderbreker (10 amp) beschermt de bedrading van
de indicatielampjes en schakelaars. Druk de knop in om de
onderbrekers te resetten.
Tijdklok (Afb. 12)—Geeft het totaal aantal uren aan dat de
machine gebruikt is. N.B.: Links in de meter wordt met
16
Afbeelding 10
1.
Bovenkant tractiepedaal (vooruit)
2.
Onderkant tractiepedaal (achteruit)
3.
Snelheidsbegrenzer
4.
Transporthendel—voorste maai-eenheden
Afbeelding 11
1.
Hendel middelste maai-eenheid
2.
Hendel buitenste maai-eenheid