de koelvloeistoftemperatuur hoger is dan 95°C (203°F) licht een
waarschuwingslampje op en hoort u een geluidssignaal. De
motor wordt automatisch uitgeschakeld als de temperatuur
hoger wordt dan 110°C (230°F). De schakelaar wordt
automatisch ge-reset als het systeem en de motor afgekoeld zijn.
"No Charge"-waarschuwing (Afb. 9)—Als de accu's niet
opgeladen worden wordt dit aangegeven door een
waarschuwingslampje en een geluidssignaal.
Waarschuwing hydraulische olietemperatuur (Afb. 9)—Een
waarschuwingslampje en een geluidssignaal waarschuwen u als
de temperatuur in het hydraulische systeem te hoog wordt.
Waarschuwing oliepeil hydraulisch systeem (Afb. 9)—Een
waarschuwingslampje en een geluidssignaal waarschuwen u
indien het oliepeil van het hydraulisch systeem te laag is. Als
het oliepeil nog verder zakt, zal de motor automatisch
uitgeschakeld worden. De motor kan niet opnieuw gestart
worden voordat het oliepeil weer op een veilig niveau gebracht
is.
Waarschuwing hydraulisch oliefilter (Afb. 9)—Een
waarschuwingslampje en een geluidssignaal waarschuwen u
voor een verstopping van het oliefilter.
Waarschuwing luchtfilter (Afb. 9)—Een
waarschuwingslampje en een geluidssignaal waarschuwen u dat
het filter verstopt is en nagekeken moet worden.
Claxon—Midden op het stuurwiel. Werkt alleen als de
contactsleutel in de ON-positie staat.
Tractiepedaal (Afb. 10)—Hiermee regelt u de voorwaartse en
achterwaartse voortbeweging. Trap de bovenkant van het pedaal
in om vooruit te rijden en de onderkant om achteruit te rijden.
De voortbewegingssnelheid is afhankelijk van hoe ver het
pedaal ingetrapt wordt.
•
Zonder belasting, maximumsnelheid, trap het pedaal
volledig in terwijl de gashendel in de FAST (SNEL)-
positie staat.
•
Voor maximaal vermogen bij belasting of tijdens klimmen
moet u het motortoerental hoog houden door de gashendel
in de FAST (SNEL)-positie te zetten en het tractiepedaal
stevig tegen de snelheidsbegrenzer ingetrapt houden. Als
het motortoerental terugzakt vanwege de belasting moet u
geleidelijk de druk op het tractiepedaal verminderen totdat
de motorsnelheid toeneemt.
Om te stoppen vermindert u de druk op het tractiepedaal en
laat u dit opkomen tot de centrale positie. Bij uiterst steile
hellingen moet u de REVERSE (ACHTERUIT)-kant van
Afbeelding 9
1.
Controleschakelaar waarschuwingslampjes
2.
Waarschuwing motoroliedruk
3.
Waarschuwing brandstofsysteem
4.
Waarschuwing koelvloeistoftemperatuur
5.
"No Charge"-waarschuwing
6.
Waarschuwing hydraulische
7.
Waarschuwing oliepeil hydraulisch systeem
8.
Waarschuwing hydraulisch oliefilter
9.
Waarschuwing luchtfilter
10. Alarm resetknop
15