Gebruiksaanwijzing
Controleren of het apparaat goed werkt
Als u er zeker van wilt zijn dat de testgegevens nauwkeurig zijn, controleert u de goede
werking van de elektrocardiograaf voordat deze voor het eerst bij patiënten wordt
gebruikt. Herhaal deze test eenmaal per jaar.
Ga als volgt te werk om te controleren of het apparaat goed werkt:
1. Gebruik een ECG-simulator voor het maken en afdrukken van een standaard ECG
met 12 afleidingen met een bekende amplitude en snelheid.
2. De volgende aanwijzingen geven aan of het apparaat goed werkt:
•
•
•
•
•
•
3. Neem bij twijfel over de goede werking contact op met de technische ondersteuning
van Welch Allyn.
Een CardioPerfect workstation aansluiten
Gebruik een USB-kabel of een ethernetkabel om een elektrocardiograaf aan te sluiten op
een Welch Allyn CardioPerfect workstation. Voor de communicatie met het werkstation
is de software in de Connex Software Connectivity Kit nodig. Nadat u verbinding hebt
gemaakt, kunt u vanaf de elektrocardiograaf verschillende functies uitvoeren, waaronder:
•
ECG-tests verzenden naar het werkstation;
•
patiëntgegevens zoeken in de database van het werkstation.
Kabels langer dan 3 meter zijn niet gecontroleerd op gebruik met de elektrocardiograaf.
Gebruik geen kabels die langer zijn dan 3 meter.
Een netwerkwerkstation aansluiten via een Ethernet-kabel
1. Sluit de elektrocardiograaf aan op hetzelfde netwerk als het werkstation. Neem
contact op met de netwerkbeheerder als u hulp nodig hebt.
Het afdrukken moet een donker en gelijkmatig resultaat opleveren.
Er mogen geen inktpunten van de printkop ontbreken (geen onderbrekingen in
het afdrukken waardoor horizontale strepen ontstaan).
Het thermische papier moet tijdens het afdrukken probleemloos en constant
worden doorgevoerd.
De golfvormen mogen geen vervorming of overmatige ruis vertonen.
De amplitude en snelheid van de golfvormen moeten overeenkomen met de
ingevoerde waarden van de ECG-simulator.
Het thermische papier met z-vouw moet stoppen wanneer de perforaties zich bij
de afscheurrand bevinden, wat duidt op een goede werking van de
positiesensor.
Opstellen 13