Type
Functie
functie
Stel deze optie in op [1:Inschakelen] om
de ISO-snelheid in te kunnen stellen op [H]
ISO vergroten
in de modus [
ISO 12800.
Stel dit in op [1:Inschakelen] voor
automatische aanpassing van de
Belichting
sluitertijd en de diafragmawaarde om
het belichtingsniveau dichter bij de
Veiligheidsshift
standaardbelichting te brengen in het geval
dat standaardbelichting anders niet mogelijk
is met uw gespecificeerde sluitertijd of
diafragmawaarde in de modus [
Stel [1:Omgekeerde richting] in om de
richting om te keren voor het instellen van de
Wielrichting bij
sluitertijd of diafragmawaarde voor de modus
tv/AV
[
], [
] of [ ] met het keuzewiel [
[
] of [ ].
Aangepaste
Wijs veelgebruikte functies toe aan specifieke
bediening
keuzewielen en knoppen (= 97).
Overige
Stel deze optie in op [1:Inschakelen] om
Ontspan
zonder bevestigde lens opnamen te kunnen
sluiter zonder
maken, door op de ontspanknop of de
lens
filmknop te drukken.
Geef aan of de lens automatisch moet
Trek lens in bij
worden ingetrokken wanneer u de
uitschakelen
camera uitschakelt.
●
Als u alle wijzigingen op het tabblad [
standaardinstellingen wilt herstellen, selecteert u [Wis pers.
voorkeuze(C.Fn)] op het scherm bij stap 1. Kies vervolgens [OK]
(druk op de knoppen [ ][ ] of draai het keuzewiel [
op de knop [
].
●
[H] is niet beschikbaar wanneer [Lichte tonen prioriteit] is
ingesteld op [D+] (= 72), zelfs niet wanneer [ISO vergroten] is
ingesteld op [1:Inschakelen].
●
Veiligheidsshift is echter uitgeschakeld wanneer de flitser flitst.
●
Automatisch intrekken van de lens bij uitschakelen is beschikbaar
voor lenzen die deze functie ondersteunen.
Beschrijving
]. [H] komt overeen met
] of [
].
],
1] wilt annuleren en de
]) en druk
Functies aan knoppen en keuzewielen toewijzen
Wijs veelgebruikte functies van de ontspanknop, de knop [
keuzewielen [
], [ ] of [
] opnieuw toe of wijs veelgebruikte
functies toe aan de knop [
], de filmknop of andere knoppen.
1
Open het scherm om functies toe
te wijzen.
●
Voer stap 1–2 van "Persoonlijke
voorkeuzes configureren" (= 96) uit
en selecteer [Aangepaste bediening]
bij [Overige].
2
Wijs de functie toe.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai de
keuzewielen [
of de knop te selecteren waaraan u de
functie wilt toewijzen. Druk vervolgens
op de knop [ ].
●
Wijst u een functie toe aan de
ontspanknop of de knop [
op de knoppen [ ][ ] of draai aan het
keuzewiel [ ] om een functie te kiezen.
●
Wijst u een functie toe aan de
keuzewielen [
[Keuzewielen] en kies vervolgens
een functie.
●
Voor meer informatie over
functietoewijzing voor het keuzewiel
[
], zie "Functies aan het
snelinstelwiel toewijzen" (= 98).
●
Wijst u een functie toe aan [
de filmknop, de overschakelknop AF
aanraken en verslepen, of de knop [
[ ], [
] of [ ], druk dan op de knoppen
[ ][ ][ ][ ] of draai aan het keuzewiel
[
][ ] om een functie te kiezen.
●
Als u klaar bent, drukt u op de knop [ ]
om terug te keren naar het vorige scherm.
Vóór gebruik
] of de
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
][ ] om het keuzewiel
Tv-, Av-, M-, C1- en C2-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
], druk dan
Menu Instellingen
Accessoires
][ ][
], kies dan
Bijlage
Index
],
],
97