5
Stel scherp.
●
Draai terwijl u naar het vergrote beeld
kijkt aan de scherpstelring van de lens
om scherp te stellen.
6
Maak de opname.
●
U kunt het vergrotingskader bij stap 3 ook verplaatsen door het
te verslepen.
●
Door rechts onderin op [
] te tikken kunt u ook de
vergrotingsverhouding aanpassen en het vergrote gebied verslepen.
Het scherpstelgebied eenvoudig bepalen (MF-peaking)
Randen van onderwerpen waarop is scherpgesteld worden in kleur
weergegeven om handmatig scherpstellen te vereenvoudigen. U kunt de
kleuren en de gevoeligheid (niveau) van de randdetectie aanpassen.
1
Open het instelscherm.
●
Druk op de knop [
[MF-peaking-instellingen] op het tabblad
[
4] en stel [Peaking] vervolgens in op
[Aan] (= 35).
2
Configureer de instelling.
●
Kies het menu-item dat u wilt
configureren en kies de gewenste optie
(= 35).
●
Kleuren die worden weergegeven voor MF-peaking worden niet
opgeslagen in uw afbeeldingen.
Flitser
De flitsmodus wijzigen
U kunt de flitsmodus wijzigen en aanpassen aan de opnamecompositie.
Zie "Flitser" (= 213) voor meer informatie over het flitsbereik.
Foto's
Films
], selecteer
1
Klap de flitser uit.
●
Druk op de knop [ ].
2
Configureer de instelling.
●
Druk op de knop [ ], kies een flitsmodus
(druk op de knoppen [ ][ ] of draai het
keuzewiel [ ]) en druk vervolgens op
de knop [ ].
●
De optie die u hebt ingesteld,
wordt nu weergegeven.
●
Als de flitser is ingeklapt, kan het instelscherm niet worden
geopend door op de knop [ ] te drukken. Druk op de knop [ ] om
de flitser uit te klappen en configureer de instelling.
●
Als u flitst, kan vignettering optreden. Er kunnen ook gebieden
met vignettering of donkere beeldgebieden optreden, wanneer de
flitser werkt, afhankelijk van de lens.
●
Wanneer de kans op overbelichting bestaat, past de camera voor
opnamen met flitser automatisch de sluitertijd of ISO-snelheid aan
om vervaagde highlights te verminderen en opnamen te maken
met een optimale belichting. Daarom kunnen sluitertijden en
ISO-snelheden die worden weergegeven als u de ontspanknop
half indrukt, niet overeenkomen met de instellingen van opnamen
met flitser.
●
U kunt deze instelling ook configureren door MENU (= 35) >
tabblad [
5] > [Flitsbesturing] > [Flitsen] te selecteren.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
Foto's
Films
de camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en C2-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
82