3
Configureer de instelling.
●
Druk op de knop [
een bevestigingsbericht op het scherm.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai het
keuzewiel [ ] om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
●
Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera
uitschakelt voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt
voltooid, worden de classificaties niet toegepast.
●
U kunt beelden ook een classificatie geven door op [
in het scherm te tikken in stap 2.
Foto's bewerken
]. Er verschijnt
][
] onder
Het formaat van beelden wijzigen
Bewaar een kopie van beelden op een lagere resolutie.
●
Beeldbewerking (= 118–= 121) is alleen mogelijk als er op de
geheugenkaart voldoende vrije ruimte is.
●
Wanneer [
] wordt weergegeven op een het scherm,
kunt u desgewenst op [
] tikken in plaats van op de knop [
te drukken.
●
Wanneer [
] wordt weergegeven op een het scherm,
kunt u desgewenst op [
] tikken in plaats van op de
knop [
] te drukken.
1
Selecteer een beeldformaat.
●
Druk op de knop [ ], selecteer [
het menu en selecteer vervolgens een
beeldformaat (= 34).
●
Druk op de knop [ ].
2
Sla het nieuwe beeld op.
●
Als [Nieuw beeld opslaan?] verschijnt,
drukt u op de knoppen [ ][ ] of
draait u het keuzewiel [ ] om [OK]
te selecteren. Druk vervolgens op
de knop [ ].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
]
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en C2-modus
Afspeelmodus
Foto's
Films
Draadloze functies
Menu Instellingen
Accessoires
] in
Bijlage
Index
118