Eén punt AF
●
De camera stelt zich scherp met een enkel AF-kader. Effectief voor
betrouwbaar scherpstellen.
●
Het kader wordt groen nadat u de ontspanknop half indrukt en de
camera zich scherp stelt.
●
Verplaats het kader indien nodig (= 79). Om composities
te maken met de onderwerpen aan de rand of in een hoek
zonder het kader te verplaatsen, richt u de camera eerst zo dat
u het onderwerp in het AF-kader ziet. Vervolgens houdt u de
ontspanknop half ingedrukt. Houd de ontspanknop half ingedrukt
terwijl u een nieuwe compositie maakt en druk vervolgens de
ontspanknop volledig in (Scherpstelvergrendeling).
●
Voer stap 2–4 van "Opnamen maken in de modus Handmatig
scherpstellen" (= 81) uit om de positie van het AF-kader
te vergroten. Onthoud dat Touch Shutter op dit moment niet
beschikbaar is.
●
Om de afmetingen van het kader te verkleinen, kiest u MENU
(= 35) > tabblad [
3] > [AF kader afm.] > [Klein]. Houd er
rekening mee dat Servo AF (= 80) en Continu (= 80) op dit
moment niet beschikbaar zijn.
+Tracking
●
Als u de camera op het onderwerp richt, wordt er een wit kader
weergegeven rond het gezicht van de persoon die door de camera als
hoofdonderwerp is gekozen. U kunt de onderwerpen ook zelf kiezen
(= 79).
●
Wanneer de camera beweging detecteert, volgen de kaders de
bewegende onderwerpen binnen een bepaald bereik.
●
Het kader wordt groen nadat u de ontspanknop half indrukt en de
camera zich scherp stelt.
●
Als u de ontspanknop half indrukt wanneer er geen gezichten worden
gedetecteerd, worden er groene kaders weergegeven rondom andere
onderdelen in het scherpgestelde gebied.
●
Voorbeelden van gezichten die niet kunnen worden gedetecteerd:
-
Onderwerpen die ver weg zijn of extreem dichtbij
-
Onderwerpen die donker of licht zijn
-
Gezichten en profil, vanuit een hoek of gedeeltelijk verborgen
●
De camera kan niet-menselijke onderwerpen identificeren
als gezichten.
●
Een oranje kader wordt weergegeven met [
kan scherpstellen op onderwerpen wanneer u de ontspanknop
half indrukt.
●
Scherpstellen is niet mogelijk op gezichten die aan de rand van
het scherm zijn gedetecteerd (deze worden met grijze kaders
aangegeven), zelfs wanneer u de ontspanknop half indrukt.
Soepele zone-AF
●
De camera stelt scherp binnen het door u aangewezen gebied.
Dit is handig wanneer het onderwerp moeilijk vast te leggen is
met
+volgen of Eén punt AF, omdat u kunt aangeven waar u wilt
scherpstellen. De camera stelt scherp binnen het witte kader dat wordt
weergegeven. U kunt het witte kader verplaatsen door het te verslepen
of door op het scherm te tikken.
●
Wanneer u de ontspanknop half indrukt, worden maximaal negen
groene kaders weergegeven rond posities die binnen het witte kader
zijn scherpgesteld.
●
Een oranje AF-kader wordt weergegeven met [
camera niet kan scherpstellen op onderwerpen wanneer
u de ontspanknop half indrukt.
●
De afmetingen van het kader variëren afhankelijk van de
instellingen voor IS-modus en automatisch corrigeren.
●
Blauwe kaders worden weergegeven rond posities die zijn
scherpgesteld wanneer u MENU (= 35) > tabblad [
[AF-bediening] > [Servo AF] selecteert.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
] als de camera niet
de camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en C2-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
] als de
Index
3] >
78