De ISO-snelheid wijzigen
Stel de ISO-snelheid in op [AUTO] voor automatische aanpassing aan
de opnamemodus en opnameomstandigheden. U kunt ook een hogere
ISO-snelheid instellen voor hogere gevoeligheid of een lagere waarde
voor lagere gevoeligheid.
●
Als u een instelling wilt aanpassen,
draait u het keuzewiel [
●
De optie die u hebt ingesteld,
wordt nu weergegeven.
●
Druk de ontspanknop half in als u de automatisch bepaalde
ISO-snelheid wilt bekijken wanneer de ISO-snelheid is ingesteld
op [AUTO].
●
Kiezen voor een lagere ISO-snelheid levert wel scherpere
beelden, maar onder bepaalde opnameomstandigheden neemt
de kans op een onscherp onderwerp en bewogen beelden toe.
●
De keuze voor een hogere ISO-snelheid zal de sluitertijd
versnellen, wat cameratrilling en bewogen onderwerpen
vermindert en het flitsbereik vergroot. Foto's kunnen er echter
wel korrelig uitzien.
●
U kunt de ISO-snelheid ook instellen door MENU (= 35) >
tabblad [
5] > [ISO-snelheid] > [ISO-waarde] te openen.
Automatische instellingen voor ISO aanpassen
U kunt de ISO-snelheid beperken wanneer de ISO-snelheid is ingesteld
op [AUTO].
1
Open het instelscherm.
●
Druk op de knop [
snelheid] op het tabblad [
vervolgens op de knop [ ] (= 35).
Foto's
Films
Bracketing met automatische belichting (AEB-opname)
].
Steeds als u een opname maakt, worden drie opeenvolgende beelden
opgeslagen met verschillende belichtingsniveaus (standaardbelichting,
onderbelichting en overbelichting). U kunt de mate van onder- of
overbelichting aanpassen in stappen van 1/3 stop in een bereik van
–2 tot +2 stops (ten opzichte van standaardbelichting).
Foto's
Films
], kies [ISO-
5] en druk
2
Configureer de instelling.
●
Selecteer [ISO auto] en selecteer
vervolgens een optie (= 35).
1
Open het instelscherm.
●
Druk op de knop [
op het tabblad [
4] en druk vervolgens
op de knop [ ] (= 35).
2
Configureer de instelling.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
het keuzewiel [ ] om de instelling aan
te passen.
●
Als u de AEB-functie wilt annuleren,
volgt u stap 1–2 om de AEB-
correctiewaarde op 0 in te stellen.
●
AEB is niet beschikbaar als de flitsinstelling niet op [
ingesteld, als ruisreductie bij meerdere opnamen aan is (= 88)
of tijdens continue of bulb-opnamen.
●
Wanneer belichtingscompensatie al in gebruik is (= 69),
wordt de opgegeven waarde voor deze functie behandeld
als het standaardbelichtingsniveau voor deze functie. U kunt
de belichtingscompensatie ook aanpassen door bij stap 2 de
belichtingscompensatieknop te draaien.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Foto's
Films
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en C2-modus
Afspeelmodus
], kies [AEB]
Draadloze functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
] is
71