3
Wis de beelden.
●
Druk op de knop [ ] om [Wissen]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop [ ].
Alle beelden in één keer opgeven
1
Selecteer [Sel. alle beelden].
●
Kies [Sel. alle beelden] volgens stap 2
van "Een selectiemethode selecteren"
(= 115) en druk op de knop [ ].
2
Wis de beelden.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai het
keuzewiel [ ] om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Beelden draaien
Wijzig de stand van beelden en sla ze als volgt op.
1
Selecteer [ ].
●
Druk op de knop [ ] en selecteer [ ]
in het menu (= 34).
2
Draai de opname.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
het keuzewiel [ ] om [ ] of [ ] te
selecteren, waardoor het beeld 90° in de
opgegeven richting draait. Druk op de
knop [ ] om de instelling te voltooien.
●
Rotatie is niet mogelijk als [Autom. draaien] is ingesteld op [Uit]
(= 117).
Via het menu
1
Selecteer [Roteren].
●
Druk op de knop [
[Roteren] op het tabblad [
Vóór gebruik
Basishandleiding
Foto's
Films
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en C2-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
] en selecteer
1] (= 35).
116