Beeldstijlen aanpassen
Pas deze beeldstijlinstellingen naar wens aan.
Pas het niveau van randversterking aan.
Kies lagere waarden om onderwerpen
Sterkte
zachter te maken (vervagen) of kies
hogere waarden om onderwerpen
scherper te maken.
Geeft aan hoe dun de randen zijn waarop
Details
versterking wordt toegepast. Kies lagere
waarden voor meer versterkte details.
Scherpte
Contrastdrempel tussen randen
en omliggende beeldgebieden, die
randversterking bepaalt. Kies lagere
waarden om randen te versterken die niet
Drempel
erg opvallen ten opzichte van omliggende
gebieden. Houd er rekening mee dat
bij lagere waarden ook beeldruis kan
worden versterkt.
Pas het contrast aan. Kies lagere waarden
Contrast
om het contrast te verminderen en hogere
waarden om het contrast te vergroten.
Pas de intensiteit van de kleuren aan.
Kies lagere waarden om de kleuren te
Verzadiging*
1
vervagen of kies hogere waarden om de
kleuren dieper te maken.
Pas de kleurtoon van de huid aan.
Kleurtoon*
Kies lagere waarden voor rodere tinten
1
of hogere waarden voor gelere tinten.
Leg de nadruk op witte wolken, op het
groen van bomen of op andere kleuren
in monochrome beelden.
N: Normaal zwart-witbeeld zonder
filtereffecten.
Ye: De blauwe lucht ziet er natuurlijker uit
en witte wolken lijken scherper.
Or: De blauwe lucht ziet er iets donkerder
Filtereffect*
2
uit. De zonsondergang ziet er
stralender uit.
R: De blauwe lucht ziet er behoorlijk
donker uit. Herfstbladeren zien er
scherper en helderder uit.
G: Huidtinten en lippen zien er zachter
uit. Groene bladeren van bomen zien
er levendiger en helderder uit.
Selecteer een van de volgende
Toningeffect*
monochrome tinten: [N:Geen], [S:Sepia],
2
[B:Blauw], [P:Paars] of [G:Groen].
*1
Niet beschikbaar bij [
].
*2
Alleen beschikbaar bij [
].
●
In [Scherpte] worden de instellingen [Details] en [Drempel] niet
toegepast op films.
1
Open het instelscherm.
●
Selecteer een beeldstijl, zoals
beschreven bij "Kleuren aanpassen
(Beeldstijl)" (= 75).
●
Druk op de knop [
2
Configureer de instelling.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] om een item
te selecteren en selecteer vervolgens
een optie door op de knoppen [ ][ ] te
drukken of de keuzewielen [ ][
te draaien.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en C2-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
].
]
76