Standaardwaarden herstellen voor afzonderlijke functies
Voor de volgende functies kunnen instellingen afzonderlijk worden
hersteld naar de standaardinstellingen.
●
Gebruikersinstellingen voor aangepaste opnamemodi
●
Op tabblad [
5] de instellingen [Func.inst. int. flitser], [Func.inst.
externe flitser] en [C.Fn-inst. externe flitser] in [Flitsbesturing]
●
Tabblad [ 1]
●
Draadloze inst.
●
Gekalibreerde waarde voor de digitale horizon
●
Copyrightinformatie
1
Open het scherm [Overige instell.].
●
Selecteer [Camera resetten] op het
tabblad [ 4] en druk vervolgens op de
knop [ ].
●
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
het keuzewiel [ ] om [Overige instell.]
te selecteren. Druk vervolgens op
de knop [ ].
2
Selecteer de functie die u wilt resetten.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai het
keuzewiel [ ] om de functie te selecteren
die u wilt resetten. Druk vervolgens op
de knop [ ].
3
Herstel de standaardinstellingen.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai het
keuzewiel [ ] om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
●
De standaardinstellingen van de functie
zijn nu hersteld.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en C2-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
164