B(E) serie dieselaandrijving
•
Het olieverversingsinterval kan worden beïnvloed door het gebruik van biodiesel. Gebruik onder-
houdsbeurtolieanalyse om de staat van de motorolie te bewaken. Gebruik onderhoudsbeurto-
lieanalyse om het optimale olieverversingsinterval te bepalen.
•
Controleer bij de fabrikant van de brandstoffilters of biodiesel acceptabel is om te gebruiken.
•
In een vergelijking tussen destillatiebrandstoffen en biodiesel, levert biodiesel 5% tot 7% minder
energie per liter. Wijzig de motorafstelling NIET om te compenseren het verlies aan vermogen. Dit
helpt motorproblemen te voorkomen wanneer de motor wordt teruggebracht naar het gebruik van
100% destillatiedieselbrandstof.
•
De compatibiliteit van de elastomeren met biodiesel wordt gecontroleerd. De staat van de afdichtin-
gen en slangen dient regelmatig te worden gecontroleerd.
•
Biodiesel kan problemen geven bij lage omgevingstemperaturen voor zowel opslag als gebruik. Bij
lage omgevingstemperaturen kan het noodzakelijk zijn om de brandstof op te slaan in een ver-
warmd gebouw of een verwarmde opslagtank. Het kan noodzakelijk zijn om het brandstofsysteem
te voorzien van verwarmde brandstofleidingen, filters en tanks. Als geen voorzorgsmaatregelen
worden getroffen kunnen bij lage omgevingstemperaturen de filters verstopt raken en de brandstof
in de tank stollen. Vraag uw biodieselleverancier om hulp bij het mengen en het verkrijgen van het
juiste troebelingspunt voor de brandstof.
•
Biodiesel heeft een slechte oxidatiestabiliteit, wat kan leiden tot problemen met de langetermijnop-
slag van biodiesel. De slechte oxidatiestabiliteit kan de oxidatie van de brandstof in het brandstof-
systeem versnellen. Dit geldt met name voor motoren met een elektronisch brandstofsysteem
omdat deze motoren werken op hogere temperaturen. Raadpleeg de brandstofleverancier voor
toevoegingen ten behoeve van de oxidatiestabiliteit.
•
Biodiesel is een brandstof die kan worden gemaakt uit een aantal verschillende basismaterialen.
De basismaterialen die worden gebruikt, kunnen de prestaties van het product beïnvloeden. Twee
van de eigenschappen van de brandstof die worden beïnvloed zijn de koude vloei en de oxidaties-
tabiliteit. Neem contact op met uw brandstofleverancier voor advies.
•
Biodiesel of mengsels van biodiesel worden niet aanbevolen voor motoren die slechts af en toe
worden gebruikt. Dit is een gevolg van de slechte oxidatiestabiliteit. Als de gebruiker bereid is enig
risico te lopen, beperk dan het biodieselmengsel tot maximaal B5. Hieronder volgen enkele
toepassingen waarin het gebruik van biodiesel dient te worden beperkt:
Reservegenerator en bepaalde hulpverleningsvoertuigen
•
Biodiesel is een uitstekend medium voor microbacteriële besmetting en groei. Microbacteriële
besmetting en groei kunnen leiden tot corrosie in het brandstof-systeem en voortijdig verstopt
raken van het brandstoffilter. Het gebruik van conventionele anti-microbacteriële toevoegingen en
de effectiviteit van conventionele anti-microbacteriële toevoegingen in biodiesel is niet bekend.
Vraag uw leverancier van brandstoffen en toevoegingen om hulp.
•
Extra zorg moet worden besteed aan het verwijderen van water uit de brandstoftanks. Water ver-
snelt microbacteriële besmetting en groei. Wanneer biodiesel wordt vergeleken met destillatie-
brandstoffen, komt water van nature meer voor in biodiesel.
Brandstof voor gebruik bij koud weer
De Europese richtlijn "EN590" bevat klimaatafhankelijke vereisten en een reeks opties.
De opties kunnen anders worden toegepast in ieder land.
Er zijn 5 klassen die zijn toegewezen aan poolklimaten en klimaten met zware winteromstandigheden.
0, 1, 2, 3 en 4.
Pompunit met dieselmotor aandrijving
7.28
1401