10
Einde levensduur
10.1 Afdanken
Indien de pomp/pompunit aan het eind van de levensduur wordt afgedankt en gedemonteerd, moeten
de voorschriften voor afvalverwerking in acht worden genomen die op dat moment gelden op de plaats
van en ten tijde van de demontage.
De pomp/pompunit is samengesteld uit algemeen bekende materialen.
Ten tijde van de bouw bestonden hiervoor afvalverwerkingsmogelijkheden.
Na zorgvuldige reiniging van de pomp/pompunit waren ten tijde van de bouw geen bijzondere risico's
bekend voor personen belast met de demontagewerkzaamheden.
Houd de op het moment van demontage geldende milieuregels aan ter voorkoming van
milieuvervuiling.
Voer voor het begin van de demontage de onderstaande werkzaamheden uit:
– Tap de pomp af en reinig de pomp inwendig, zie hoofdstuk 8 Onderhoud.
– Volg bij een dieselmotoraandrijving de richtlijnen op van de
fabrikant van de dieselmotor.
– Verwijder de brandstof uit de brandstoftank.
– Tap de koelvloeistof af.
– Bied vloeistoffen gescheiden van elkaar aan bij een daartoe
geautoriseerde instantie.
1401
B(E) serie dieselaandrijving
Einde levensduur
10.1