Product en Dealer informatie Opmerking Voor de gegevens van de pomp, aandrijving, en omkasting dient u de gegevens over te nemen van de betreffende typeplaatjes. Datum levering _______________________________ Product informatie Model _______________________________ Product Identificatienummer _______________________________ Motor Serienummer _______________________________ Pomp Serienummer _______________________________ Aanhangwagen Serienummer (optioneel)
Inhoudsopgave B(E) serie dieselaandrijving Inleiding Beschrijving, toepassing en werking Beschrijving ........................pag. 1.1 Opbouw en werking pomp.................... pag. 1.1 Bestemd gebruik......................pag. 1.2 Niet bestemd gebruik....................pag. 1.3 Garantie........................pag. 1.3 Gegevens Specificatiebladen ......................pag. 2.1 Verklaring typecode...................... pag. 2.1 Geluidsniveau.......................
Pagina 4
B(E) serie dieselaandrijving Aanduidingen op de pomp(unit) ................... pag. 3.4 Ontvangst, transport en opslag Ontvangst ........................pag. 4.1 Transport ........................pag. 4.1 Hijsinstructie losse pomp....................pag. 4.2 Hijsinstructie pompunit ....................pag. 4.3 Pompunit verplaatsen met heftruck ................pag. 4.4 Opslag/conservering 6 - 12 maanden ................pag. 4.5 Opslag langer dan 6 - 12 maanden ................
Pagina 5
B(E) serie dieselaandrijving Pompunit met dieselmotor aandrijving Veiligheidsvoorschriften ....................pag. 7.1 Aansluiten algemeen ....................pag. 7.1 Bedieningspaneel bij mechanisch geregelde motor ............. pag. 7.2 Bedieningspaneel voor elektronisch geregelde motor ..........pag. 7.5 Aansluiten extra brandstofvoorziening (optioneel)............pag. 7.7 Opstarten ........................pag. 7.9 Uitschakelen .......................
Pagina 6
Nederlands opgesteld door BBA Pompen en Buizen BV. De PT serie pompen zijn geproduceerd door: BBA Pompen en Buizen BV Zutphensestraat 242 7325 WV Apeldoorn Vanaf dit punt spreken we over BBA Pumps. Telefoon afdeling service Nederland Internationaal tijdens kantooruren:...
Pagina 7
Deze handleiding geeft de stand van de techniek weer op het moment van uitgifte. BBA Pumps BV behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande aankondiging tussentijds wijzigingen door te voeren in zowel technische- als uitvoeringsspecificaties. Drukdatum: 1401...
Bewaar deze handleiding bij de pomp. Een extra handleiding is te bestellen bij BBA Pumps. Deze handleiding maakt deel uit van de pomp. In het geval van overdracht naar een andere gebruiker, moet deze handleiding worden meegeleverd.
B(E) serie dieselaandrijving Beschrijving, toepassing en werking Beschrijving De B(E) serie pompen met dieselaandrijving zijn, doordat ze een grote vuildoorlaat en slijtvastheid hebben zeer geschikt voor het verpompen van zowel schone als deels vervuilde vloeistoffen. De vuildoorlaat is aangegeven op het gegevensblad dat bij de pompunit wordt geleverd. De pompen zijn voorzien van een half open of een gesloten waaier en een slijtplaat of slijtring welke snel kan worden verwisseld.
– De B(E) serie pomp met dieselaandrijving is geschikt voor het verpompen van viskeuze vloeistoffen tot 50 mm²/s (cst). Neem bij een hogere waarde contact op met BBA Pumps. – Maximale vloeistoftemperatuur bedraagt 70ºC (158ºF), dit is mede afhankelijk van de toegepaste materiaalsoort van de pomp, vloeistof, werkdruk en opstelling van de pomp.
– Gebruik de pomp uitsluitend voor toepassingen zoals aangegeven op het specificatie blad van de pomp. – Het is niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming van BBA Pumps de pomp in te zetten voor een andere toepassing en/of werkgebied dan waarvoor de pomp oorspronkelijk was gespecificeerd en geïnstalleerd.
Specificatiebladen Zie voor een gedetailleerd overzicht van gegevens, maten en gewichten het specificatieblad van de betreffende pomp. Verklaring typecode Algemene afkortingen BBA Pumps (B(E) serie) Type B pomp serie, zelfaanzuigende centrifugaal pomp BE pomp serie, zelfaanzuigende centrifugaal pomp met hoog rendement waaier en gedeelde sealkamer...
Het geluidsniveau is dan ook mede afhankelijk van de geluidsproductie van de overige componenten van de installatie. Geluidsmetingen worden steekproefsgewijs bij een complete installatie door BBA Pumps verricht. De metingen worden uitgevoerd op 1 m (3,3 ft) afstand en op 1,6 m (5,2 ft) hoogte. De daarbij gemeten waarden liggen gemiddeld beneden 80 dB(A).
Pagina 14
B(E) serie dieselaandrijving Correctie in dB(A) in in betrekking tot de afstand van de geluidsbron Afstand (Metrisch) Afstand(Imperial) Correctie meter feet dB(A) 14,0 17,5 13,2 20,0 16,5 22,0 19,8 23,5 23,1 24,9 26,4 26,0 29,7 27,1 28,0 49,5 31,5 34,0 82,5 35,9 37,5...
B(E) serie dieselaandrijving LWA waarde -/- Correctie = dB(A) Voorbeeld: Gemeten LWA waarde Afstand 7 m (23,1 ft) Correctie 24,9 dB(A) Geluidsniveau 65,1 dB(A) Toegepaste richtlijnen en normen De pompen met dieselaandrijving van de B(E) serie zijn voorzien van CE-markering. Dit houdt in dat deze pompen voldoen aan de van toepassing zijnde Europese richtlijnen betreffende veiligheid en gezondheid.
De bedrijfsleiding is ervoor verantwoordelijk dat alle voorkomende werkzaamheden door gekwalificeerd personeel op een veilige wijze wordt uitgevoerd. Het is niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming van BBA Pumps wijzigingen aan de pomp(unit) aan te brengen. 1401 Waarschuwings- en veiligheidsvoorschriften...
B(E) serie dieselaandrijving Het zonder schriftelijke toestemming van BBA Pumps wijzigen van de pomp heeft tot gevolg dat de aansprakelijkheid van BBA Pumps vervalt. Bij een hogere geluidemissie dan 85dB(A) moet gehoorbescherming worden gedragen. Het is niet toegestaan om met een pompunit die voorzien is van wielen en een trekhaak op de openbare weg te rijden.
B(E) serie dieselaandrijving Veiligheidsvoorschriften dieselmotor aangedreven pomp- unit Laat de motor nooit draaien in een afgesloten ruimte. Zorg voor een deugdelijke gasdichte afvoer van verbrandingsgassen. Zorg voor voldoende ventilatie. Vul nooit brandstof bij met een draaiende motor. Draag gehoorbescherming bij een draaiende motor. GEVAAR In uitlaatgassen komt koolmonoxide voor.
B(E) serie dieselaandrijving Wijzigingen aan de pomp/installatie of de toepassing zijn slechts mogelijk na overleg met de leveranciers. De betrouwbaarheid van de pomp/pompunit wordt alleen gewaarborgd wanneer de pomp gebruikt wordt in de toepassing en op de wijze waarvoor ze bij de levering is bedoeld. Bij het einde van de werkzaamheden moeten alle veiligheidsvoorzieningen en beschermingsmiddelen opnieuw geïnstalleerd worden en operatief gemaakt.
Opmerking Neem voor vragen of in geval van twijfel contact op met BBA Pumps. Om te voorkomen dat er tijdens transport vloeistoffen weglekken en voor gevaarlijke situaties zorgen, dient bij het transport van de pomp(unit) met de volgende zaken rekening gehouden te worden: –...
B(E) serie dieselaandrijving Hijsinstructie losse pomp GEVAAR Het is verboden voor personen zich onder de hijslast te bevinden. – Maak gebruik van een hijsjuk. – Bevestig een hijsoog aan de bovenzijde van het lagerhuis, zie de afbeelding. – Hijs de pomp voorzichtig net van de vloer. Controleer of de pomp horizontaal hangt. WAARSCHUWING Zowel het hijsoog van de motor als van de pomp mogen niet worden gebruikt voor transport van de pomp/pompunit.
B(E) serie dieselaandrijving Hijsinstructie pompunit GEVAAR Kom nooit onder een geheven last. Hierdoor kan een levensgevaarlijke situatie ontstaan. Pompunit in omkasting Aan de bovenzijde van de omkasting bevindt zich een hijsoog. Maak voor hijswerkzaamheden uitsluitend gebruik van het hijsoog. 1401 Ontvangst, transport en opslag...
B(E) serie dieselaandrijving Pompunit op frame – Breng op de hoekpunten van het frame hijsogen aan. – Bevestig een hijsbalk met hijsbanden aan de hijsogen. – Hijs de pomp voorzichtig net van de vloer. Controleer of de pomp horizontaal hangt. WAARSCHUWING Zowel het hijsoog van de motor als van de pomp mogen niet worden gebruikt voor transport van de pomp/pompunit.
B(E) serie dieselaandrijving Het is niet toegestaan om de pompunit te verplaatsen met een heftruck indien er geen kokers aan de onderzijde van het frame zijn toegepast. Waarschuwing Neem voor het verplaatsen van de pompunit altijd alle aansluitingen los. Opslag/conservering 6 - 12 maanden Bij uitlevering kunnen pompen voorzien zijn van conservering.
3. Sluit, indien aanwezig, de aansluitingen voor spoeling, circulatie of koeling af. Opmerking De keuze van conserveermiddel is afhankelijk van de materialen en de toepassing. Raadpleeg BBA Pumps voor het correcte conserveermiddel. 4. Vul de pomp met conserveermiddel. 5. Draai handmatig de aandrijfas langzaam een slag rond.
B(E) serie dieselaandrijving 4.10 Verwijderen conserveermiddel Als conserveringsmiddel wordt minerale smeerolie gebruikt. Voor het in bedrijf stellen het conserveringsmiddel aftappen. Indien het conserveringsmiddel schadelijk is voor de te verpompen vloeistof, de pomp grondig reinigen. 1. Tap de conserveringsvloeistof af. Vang de vloeistof op. Zie hoofdstuk 8 Onderhoud. 2.
BBA Pumps is niet verantwoordelijk voor ongevallen en schade die voortvloeien uit het niet in acht nemen van de richtlijnen in deze handleiding. In dat geval vervalt bovendien elk recht op garantie en schadevergoeding.
Pagina 28
B(E) serie dieselaandrijving – Zorg dat de pompunit spanningsvrij wordt opgesteld. – Zorg voor voldoende vrije ruimte om de pompunit voor bediening en onderhoudswerkzaamheden. WAARSCHUWING Zorg ervoor dat de bovenzijde van de pompunit niet is afgedekt. De diesel aangedreven pompunit zuigt namelijk de verse lucht via de bovenzijde. WAARSCHUWING Zorg ervoor dat de voorzijde en de zijkanten van de pompunit niet zijn afgedekt.
B(E) serie dieselaandrijving – Zorg voor afscherming van hete oppervlakten > 70º C (> 158º F). Breng waar nodig waarschuwingssymbolen aan. – Controleer bij een losse pomp/motor de uitlijning na plaatsing. – Zorg bij het verpompen van hete vloeistoffen voor voldoende luchtcirculatie, ter voorkoming van oververhitting van lagers smeermiddelen.
De standaard pompunit is niet geschikt voor opstelling in een brand- of explosiegevaarlijke ruimte. In sommige gevallen kan, na overleg met BBA Pumps en het nemen van de voorgeschreven maatregelen, schriftelijke goedkeuring door BBA Pumps worden verleend voor het toepassen van de pomp/pompunit in de omschreven situatie.
B(E) serie dieselaandrijving Opmerking Bij het verpompen van viskeuze vloeistoffen kunnen de drukverliezen in de zuig- en persleiding groot zijn. Bijbehorende componenten in het leidingsysteem, zoals afsluiters, bochten, zuigkorf, filters en voetklep zullen de drukverliezen nog vergroten. WAARSCHUWING De ontwerper van de installatie, waarin de pompunit is opgenomen, is verantwoordelijk voor het correct installeren van de pompunit.
Pagina 32
B(E) serie dieselaandrijving – Bij toeloop moet de leiding dalend naar de pomp gelegd worden.Plaats een afsluiter tussen de vlotterbak en MP om overdruk in de MP te voorkomen. – Breng de leiding zodanig aan dat er nooit een luchtzak in de leiding kan ontstaan. –...
Pagina 33
B(E) serie dieselaandrijving – Breng bij verontreinigde vloeistoffen altijd een zuigkorf of vuilvangrooster aan met een voldoende grote doorlaat. Deze doorlaat van de zuigkorf dient gelijk of kleiner te zijn aan de vuildoorlaat van de pomp. – Bij een verloop in diameter een excentrisch verloopstuk toepassen, ter voorkoming van lucht ophoping.
Pagina 34
B(E) serie dieselaandrijving – Zorg dat de vloeistofinlaat onder alle omstandigheden voldoende ver onder het vloeistofoppervlak blijft, zodat ook bij de laagste stand van de vloeistof geen lucht zal worden aangezogen – Zorg dat de leidinglengte tussen een bocht en de pomp minimaal 4x de diameter van de leiding bedraagt.
Pagina 35
WAARSCHUWING Indien er voordruk gewenst is dan dient er te allen tijde contact opgenomen te worden met BBA Pumps voor advies. Zonder schriftelijke toestemming van BBA Pumps mag er geen voordruk worden toegepast. WAARSCHUWING Door een te kleine leidingdiameter, te lange zuig-leiding en een te kleine of verstopte zuigkorf kunnen de leidingverliezen zodanig toenemen dat de beschikbare NPSH (NPSHa) kleiner wordt dan de vereiste NPSH (NPSHr).
Pagina 36
B(E) serie dieselaandrijving A : Leidingweerstand B : Volumestroom – Ook de gebruikte appendages hebben weerstand. In onderstaande tabel is de weerstand van de appendages omgerekend in meter rechte leiding (gladde stalen buis) 1401 Pompunit installeren 5.10...
B(E) serie dieselaandrijving – Zie het specificatie blad van de betreffende pomp(installatie) voor de voorgeschreven leidingdiameters. – De leidingdiameter moet minimaal volgens de voorgeschreven waarden zijn. Zie hiervoor onderstaande tabel: Aanbevolen diameter van de zuigleiding Maximale snelheid in zuigleiding = 4m/s (13,28 ft/s) FLOW 2"...
B(E) serie dieselaandrijving Persleiding – De ontwerper van de installatie is verantwoordelijk voor het opnemen van de vereiste beveiligingen zoals een beveiliging tegen overdruk. – Zorg ter voorkoming van leidingverliezen voor zo min mogelijk bochten. – Breng in het geval van een lange persleiding of bij de aanwezigheid van een terugslagklep in de persleiding direct achter de pomp een bypass leiding aan, die is voorzien van een afsluiter.
Werkzaamheden voor het opstarten Opmerking In het geval van een losse pomp dient deze eerst volgens de voorschriften van BBA Pumps te zijn samengebouwd. Neem hiervoor contact op met BBA Pumps. 1. Controleer de olieniveaus van de pomp seal (1) en lager- ing pomp (2) (zie hoofdstuk 8 Onderhoud).
B(E) serie dieselaandrijving Opstarten De pomp moet voor het opstarten stil staan. WAARSCHUWING Terugstromende vloeistof bij een stilstaande pomp mag niet tot een tegengestelde draairichting van de pomp leiden. Daardoor kunnen o.a. de draairichting- afhankelijke mechanische asafdichtingen beschadigd worden. Als deze situatie kan voorkomen moet ter preventie een terugslagklep of een afsluiter in het leidingwerk zijn aangebracht.
B(E) serie dieselaandrijving Controle tijdens bedrijf 1. Controleer tijdens bedrijf regelmatig de pomp op correcte werking, rustig en trillingsvrij draaien, abnormale geluiden en lekkage. 2. Voorkom situaties waarin de pomp langer dan 5 minuten droog loopt. 3. Mechanische asafdichtingen laten bij optimale omstandigheden slechts geringe of nauwelijks zichtbare (dampvormige) lekkage zien.
B(E) serie dieselaandrijving 5. Sluit de zuigafsluiter. WAARSCHUWING Bij bevriezingsgevaar de pomp en de eventueel aanwezige vacuümpomp volledig aftappen. Tap, indien aanwezig, de vloeistof uit de onderbak af. Opmerking Bij een langere periode van buiten bedrijf stelling moet de pomp en de vacuümpomp volledig afgetapt en geconserveerd te worden, zie hoofdstuk 4 Ontvangst, transport en opslag.
– Scherm de uitlaatpijp van de motor af tegen aanraking. – De startinrichting moet automatisch ontkoppeld worden als de motor gestart is. – Het door BBA Pumps ingestelde maximum en minimum toerental van de motor mag niet gewijzigd worden. – Controleer voor het starten de volgende zaken: •...
B(E) serie dieselaandrijving Bedieningspaneel bij mechanisch geregelde motor De pompunit is uitgevoerd met een LC20 bedieningspaneel. 1. Auto standby LED (groen) 2. Voorgloei LED (geel) 3. Oliedruk LED (rood) 4. Temperatuur LED (geel) 5. Keuze schakelaar 6. Urenteller 7. Toerenteller 8.
Pagina 46
– Aansluiting (8) en (9) zijn bedoeld om de vlotters voor de niveaubepaling aan te sluiten. Opmerking De vlotters zijn gemaakt voor gebruik in water. Voor gebruik in andere vloeistoffen neem contact op met BBA Pumps. 1401 Pompunit met dieselmotor aandrijving...
Pagina 47
B(E) serie dieselaandrijving De gebruikte vlotters zijn identiek. Aansluiting (9) schakelt de pompunit in bij het bereiken van het maximum niveau (2). Aansluiting (8) schakelt de pompunit uit bij het bereiken van het minimum niveau (1). Opmerking Plaats de vlotters zodanig, dat de pompunit maximaal 4 keer per uur inschakelt.
B(E) serie dieselaandrijving Bedieningspaneel voor elektronisch geregelde motor Opmerking De LC30 kan optioneel ook voor een mechanische motor gebruikt worden. Een aantal functies van het bedieningspaneel zijn in dat geval niet van toepassing. De pompunit is uitgevoerd met een LC30 bedieningspaneel. 1.
Pagina 49
– Het is optioneel mogelijk om een drukopnemer aan te sluiten op de LC30. Opmerking De vlotters zijn gemaakt voor gebruik in water. Voor gebruik in andere vloeistoffen neem contact op met BBA Pumps. Opmerking Plaats de vlotters zodanig, dat de pompunit maximaal 4 keer per uur inschakelt.
B(E) serie dieselaandrijving WAARSCHUWING Door gebruik van vlotters is het mogelijk dat de pompunit automatisch opstart. Schakel daarom te allen tijde de pompunit uit indien er aan de pompunit wordt gewerkt. – Afhankelijk van de configuratie van de controlunit laat het display een aantal meters zien. 1.
B(E) serie dieselaandrijving WAARSCHUWING Het aansluiten van de externe brandstoftank dient te gebeuren door de gebruiker zelf. De aansluiting inclusief de bijhorende beveiligingen zijn de verantwoordelijkheid van de gebruiker. Controleer na het aansluiten op brandstoflekkage. WAARSCHUWING Draag er zorg voor dat er in geval van lekkage, geen brandstof in buiten de pompunit terecht kan komen.
B(E) serie dieselaandrijving 4. Open ontluchtschroef (3). 5. Knijp, indien aanwezig, in de handpomp (4) om de brandstof op te pompen. Het is tevens mogelijk dat de aandrijfmotor is voorzien van een opvoerpomp. Gebruik in dat geval de opvoerpomp. Herhaal dit totdat er brandstof uit de ontluchtingsschroef (3) komt. 6.
Pagina 53
B(E) serie dieselaandrijving 7. Zet, indien aanwezig, de hendel voor brandstofkeuze in de gewenste stand. 8. Controleer of er voldoende brandstof aanwezig is in de geselecteerde brandstoftank. 9. Ontlucht, indien nodig, het brandstofsysteem. 10. Voer de algemene handelingen voor het opstarten van de pomp uit, zie hoofdstuk 6 Pomp algemeen.
B(E) serie dieselaandrijving Uitschakelen 1. Draai de contactschakelaar op het bedieningspaneel linksom. Zet bij een bedieningspaneel met niveauschakelaars de keuzeschakelaar in stand 1. 2. Let op of de installatie rustig tot stilstand komt. 3. Voer de algemene handelingen voor het uitschakelen van de pomp uit, zie hoofdstuk 6 Pomp algemeen.
B(E) serie dieselaandrijving WAARSCHUWING Perslucht kan persoonlijk letsel veroorzaken. Als de juiste procedure niet wordt gevolgd, kan dat leiden tot persoonlijk letsel. Bij het gebruik van perslucht draagt u een spatscherm en beschermende kleding. Voor reinigingsdoeleinden moet de maximale luchtdruk aan de spuitmond lager zijn dan 205 kPa (30 psi).
B(E) serie dieselaandrijving 1. Verwijder de vuldoppen. Controleer of het elektrolytpeil in de accu op de markering "FULL" staat. Als het nodig is om water toe te voegen, gebruikt u gedestilleerd water. Als gedestilleerd water niet beschikbaar is, gebruikt u schoon water met een laag mineraalgehalte. Gebruik geen kunstmatig onthard water.
B(E) serie dieselaandrijving Opmerking Wees voorzichtig om te voorkomen dat elektrische onderdelen worden beschadigd door een overvloed aan water tijdens het reinigen van de motor. Hogedrukspuiten en stoomreinigers mogen niet worden gericht op stekkers of de aansluiting van kabels op de achterkant van stekkers. Vermijd elektrische onderdelen zoals de dynamo en de startmotor.
B(E) serie dieselaandrijving Voorluchtfilter - Controleren/reinigen (1) Vleugelmoer (2) Deksel (3) Huis –Verwijder de vleugelmoer (1) en het deksel (2). Controleer op een opeenhoping van vuil en rommel in het huis (3). Reinig zo nodig het huis. – Nadat het luchtfilter is gereinigd, plaats u het deksel (2) terug en draait u de vleugelmoer (1) vast. Opmerking Als de motor wordt gebruikt in een stoffige toepassing, is vaker reinigen noodzakelijk.
B(E) serie dieselaandrijving Waterafscheider Controleer of de lucht is verwijderd uit de waterafscheider (3) voordat u de brandstoffilter (6) ontlucht. Ontluchten kan via ontluchtingsschroef (4). Brandstofsysteem - Ontluchten Gebruik de onderstaande procedure om het brandstofsysteem te ontluchten: Als lucht is binnengedrongen in het brandstofsysteem, moet de lucht uit het brandstofsysteem worden verwijderd voordat de motor kan worden gestart.
B(E) serie dieselaandrijving Het systeem ontluchten Zorg ervoor dat de lucht is verwijderd uit het waterafscheider. Draai daarna de ontluchtingsschroef (5) los. Bedien de ontluchtingspomp (1). Wanneer brandstof zonder lucht uit de ontluchtingsschroef (5) stroomt, draait u de ontluchtingsschroef dicht. Opmerking Sommige brandstofsystemen maken gebruik van de zwaartekracht bij het ontluchten van het voorfilter.
Pagina 61
B(E) serie dieselaandrijving Opmerking Tijdens normaal bedrijf van de motor wordt een zuigkracht uitgeoefend op de waterafscheider. Zorg ervoor dat de aftapkraan stevig dichtgedraaid is om te voorkomen dat lucht in het brandstofsysteem binnendringt. Water en bezinksel in brandstoftank - Aftappen Opmerking Wees voorzichtig dat geen vloeistoffen worden gemorst tijdens het uitvoeren van inspectie, onderhoud, test, afstelling of reparatie aan de motor.
B(E) serie dieselaandrijving Sommige brandstoftanks maken gebruik van toevoerleidingen die het mogelijk maken dat water en bezinksel zich lager dan het open uiteinde van de brandstoftoevoerleiding verzamelen. Sommige brandstoftanks maken gebruik van toevoerleidingen die de brandstof rechtsreeks uit de onderkant van de brandstoftank halen.
B(E) serie dieselaandrijving Inspecteer de koelribben op beschadigingen. Verbogen koelribben kunnen worden geopend met een 'kam'. Inspecteer de volgende punten op goede conditie: lasnaden, bevestigings-steunen, luchtleidingen, aansluitingen, klemmen en afdichtingen. Repareer zo nodig. Visuele inspectie Een visuele inspectie duurt slechts enkele minuten. Als u de tijd neemt om deze controles uit te voeren, kunnen kostbare reparaties en ongelukken worden voorkomen.
Pagina 64
B(E) serie dieselaandrijving – Inspecteer het smeersysteem op lekkages bij de oliekeerring voorop de krukas, de oliekeerring achterop de krukas, het oliecarter, de oliefilters en het kleppendeksel. – Inspecteer het brandstofsysteem op lekkages. Zoek naar loszittende klemmen om de brandstofleidingen en/of tie-wraps om de kabelbomen. –...
B(E) serie dieselaandrijving Brandstofspecificaties Classificatie van brandstoffen Dieselmotoren zijn in staat een grote variatie aan brandstoffen te verbranden. Deze brandstoffen kunnen worden opgedeeld in vier algemene groepen: Raadpleeg tabel A. Brandstofgroep Classificatie Groep 1 Voorkeurs-brandstoffen Hele levensduur van product Groep 2 Toegestane brandstoffen Deze brandstoffen KUNNEN de levensduur van de motor verkorten en de prestaties verlagen...
B(E) serie dieselaandrijving Specificaties van Groep 2 (Toegestane brandstoffen) Deze specificaties voor brandstoffen wordt acceptabel geacht, maar KUNNEN de levensduur van de motor verkorten en de prestaties verlagen. • "ASTM D975", Gradering 1D S15, en Gradering 1D S500 • "JP7 (MIL-T-38219)" •...
Pagina 68
B(E) serie dieselaandrijving Perkins specificatie voor destillatiedieselbrandstof Eigenschap Eenheid Vereisten "ASTM"-test "ISO"-test mg/100 ml Maximaal 10 mg per 100 ml D381 "ISO" 6246 Gommen en harsen Slijtplekdiameter Maximaal 0,46 D6079 "ISO" 12156-1 gecorrigeerd voor smerend vermogen bij 60 °C (140 °F). Table 2: (1)Deze specificatie is inclusief de vereisten voor diesel met een zeer laag zwavelgehalte (ULSD).
Pagina 69
B(E) serie dieselaandrijving Gebied Brandstofeisen vanaf 2007 Maximaal laag zwavelgehalte (500 ppm) Zwavel/vermogen Maximaal laag zwavel- Maximaal zwavel- gehalte (300 ppm) gehalte (1000 ppm) voor minder dan of voor meer dan 19 kW gelijk aan 19 kW Modellen 402D-05 en 403D-07 403D-11, 403D-15, 403D-15T,...
B(E) serie dieselaandrijving Groep 4 Biodiesel Biodiesel is een brandstof die kan worden gedefinieerd als monoalkylesters of vetzuren. Biodiesel is een brandstof die kan worden gemaakt uit een aantal verschillende basismaterialen. De meestgebruikte, beschikbare biodiesel in Europa is raapmethylester (RME). Deze biodiesel wordt gemaakt van raapzaadolie.
B(E) serie dieselaandrijving • Het olieverversingsinterval kan worden beïnvloed door het gebruik van biodiesel. Gebruik onder- houdsbeurtolieanalyse om de staat van de motorolie te bewaken. Gebruik onderhoudsbeurto- lieanalyse om het optimale olieverversingsinterval te bepalen. • Controleer bij de fabrikant van de brandstoffilters of biodiesel acceptabel is om te gebruiken. •...
Pagina 72
B(E) serie dieselaandrijving Brandstof die voldoet aan "EN590" KLASSE 4 kan worden gebruikt bij temperaturen tot -44 °C (-47,2 °F). Raadpleeg "EN590" voor een gedetailleerde beschrijving van de fysieke eigenschappen van de brandstof. De dieselbrandstof "ASTM D975 Grade 1-D S15 of S500" die wordt gebruikt in de Verenigde Staten van Amerika kan worden gebruikt bij zeer lage temperaturen onder -18 °C (-0,4 °F).
B(E) serie dieselaandrijving Toevoegingen aan de brandstof Extra toevoegingen aan de dieselbrandstof worden doorgaans niet aanbevolen. Dit komt door de mogelijke schade aan het brandstofsysteem of de motor. Uw brandstofleverancier of brandstofproducent voegt al de geschikte, extra toevoegingen toe aan de brandstof. Perkins erkent het feit dat toevoegingen noodzakelijk kunnen zijn onder bepaalde, speciale omstandigheden.
B(E) serie dieselaandrijving Dieselaandrijving Hatz motor WAARSCHUWING Gebruik uitsluitend door Hatz voorgeschreven dieselbrandstof. Door gebruik te maken van brandstof die niet aan de Hatz voorschriften voldoet, kan tot gevolg hebben dat de motor niet meer aan de gestelde emissie-eisen voldoet en kan ernstige motorschade tot gevolg hebben.
B(E) serie dieselaandrijving – Lichtontvlambare stoffen uit de buurt van de motor houden omdat de uitlaat tijdens het lopen van de motor erg warm wordt. – Bij werkzaamheden aan een draaiende motor alléén goed passende werkkleding dragen. – Draag geen halskettingen, armbanden of anderszins wat tegen bewegende (motor)onderdelen aan zou kunnen komen of zich hier omheen wikkelen.
Pagina 76
B(E) serie dieselaandrijving 1 Deksel voor opvoerpomp 13 Bovendeksel 2 Olievulopening en peilstok 14 Hijsoog (max. belasting 5000 N) 3 Typenplaatje 15 Luchtaanzuigtunnel 4 Toerenverstelhefboom 16 Toevoer verbrandingslucht 5 Smeeroliefilter 17 Brandstoftoevoerleiding met groffilter 6 Geluiddemper met omkapping 18 Retourleiding 7 Voordeksel 19 Onderdeksel afvoerzijde 8 Motorvoeten...
B(E) serie dieselaandrijving Technische gegevens Type 4L41 Motortype luchtgekoelde viertakt dieselmotor Inspuitsysteem directe inspuiting Aantal cilinders Boring/slag (mm) 102/105 Slagvolume (cm³) 3432 Smeeroliedruk Olie temperatuur 100 ± 20 °C : min. 0,6 bar bij n = 850 min Smeerolieverbruik na de ca.
B(E) serie dieselaandrijving Bediening Smeerolie In aanmerking komen alle bekende merken met onderstaande kwaliteiten: CCMC D4/D5/PD2 of API CD/CE/CF/CG of SHPD Indien motorolie van een mindere dan genoemde kwaliteit wordt toegepast dient het verversingsinterval, afhankelijk van de motoruitvoering van 250 in 150 resp. van 500 in 250 uur verkort worden.
B(E) serie dieselaandrijving Brandstof WAARSCHUWING Alleen bij stilstaande motor brandstof bijvullen. Bij open vuur of vonken of tijdens het roken nooit tanken of brandstof overgieten of morsen. Alleen schone brandstof en schone vulkan gebruiken. Morsen van brandstof dient voorkomen te worden. Alle dieselolie die aan één van de onderstaande eisen voldoen, kunnen worden toegepast worden.
B(E) serie dieselaandrijving Nooit startspray's gebruiken. Motor, indien mogelijk, van de machine waar deze is aangebouwd loskoppelen. Schakel de machine in vrijloop. Starten d.m.v. elektrische startinrichting – Toerenverstelhefboom indien mogelijk in halve of max. START-positie stellen. – Lage toeren instelling betekent weinig startrook. –...
B(E) serie dieselaandrijving – Het laadstroomcontrole- "2" en oliedruklampje "3" gaan nu branden. – Contactsleutel doordraaien naar stand II. – Zodra de motor aangeslagen is de sleutel loslaten. De contactsleutel moet zelf in positie I terugspringen en gedurende de loop van de motor in deze stand blijven staan.
Pagina 82
B(E) serie dieselaandrijving Als het contactslot in stand 0 terug gezet wordt en daarna direct weer in stand 1 gedraaid gaat het betreffende controlelampje opnieuw branden. Voor verdere startpogingen eerst onderzoeken wat de oorzaak van de storing is aan de hand. Het controlelampje gaat bij de volgende start uit.
B(E) serie dieselaandrijving Stoppen van de motor Na, of tussen de gebruiksperiodes van de motor de contactsleutel opbergen zodat onbevoegden de motor niet kunnen starten. Motoren met elektrische startinrichting – Toerenverstelhefboom tot aanslag "stop" terugstellen. Motor stopt. – Contactsleutel in stand "0" zetten en uitnemen. Controlelampjes moeten uit zijn.
B(E) serie dieselaandrijving Onderhoud Onderhoudswerkzaamheden alleen bij stilstaande motor uitvoeren. Voor de verwijdering van smeerolie, filters en reinigingsmiddelen dienen de geldende wettelijke voorschriften in acht te worden genomen. Contactsleutel buiten bereik van onbevoegden houden. Bij motoren met elektrostart min-pool van de batterij demonteren. Na beëindiging van onderhoudswerkzaamheden controleren of al het gereedschap verwijderd is en alle beschermingen zijn aangebracht.
Pagina 85
B(E) serie dieselaandrijving Onderhoud na 8 – 15 uur Oliepeil controleren Bij oliepeilcontrole moet de motor horizontaal staan en niet in bedrijf zijn. – Oliestand op de peilstok controleren en zonodig tot aan "max" markering bijvullen. Omgeving aanzuigopeningen luchtfilter controleren Sterke vervuiling betekent dat de door de hoge stofbelasting de onderhoudsintervallen verkort moeten worden.
B(E) serie dieselaandrijving Koelluchtstroom controleren Sterke vervuiling betekent dat door de hoge stofbelasting de onderhoudsintervallen verkort moeten worden. – De koellucht toevoer- en afvoer op grote vuildelen, zoals bladeren, en stofresten controleren en zonodig reinigen. – Het temperatuurcontrolelampje "4" - indien ingebouwd - gaat branden zodra de motor te warm wordt. In dat geval de motor onmiddelijk stop zetten! Storingen, oorzaken, verhelpen Storing...
Pagina 87
B(E) serie dieselaandrijving Storing Mogelijke oorzaak Verhelpen door Bij zéér lage temper- Voorgloei-inrichting defect (optie). Zie werkplaatshandboek. atuuren Door lage temperaturen is de Controleren of uit de losgenomen brandstof uitgevlokt. retourleiding, bij bediening van de brandstofopvoerpomp heldere, niet vertroebelde brandstof vloeit. Bij uitgevlokte brandstof motor verwarmen of het gehele brand- stofsysteem aftappen en de tank...
Pagina 88
B(E) serie dieselaandrijving Storing Mogelijke oorzaak Verhelpen door Motor start, maar slaat niet Toerenverstelhefboom. Hefboom in startstand zetten. aan zodra de startmotor Koppeling niet uitgeschakeld. Koppeling, indien aanwezig, uitgeschakeld wordt. uitschakelen. Brandstofvóórfilter of brandstof- Filter vernieuwen filter verstopt. Brandstofsysteem niet in orde. Brandstofsysteem controleren.
Pagina 89
B(E) serie dieselaandrijving Storing Mogelijke oorzaak Verhelpen door Motor verliest vermogen, Tank leeg. Brandstof vullen. toerental daalt, geen rook Brandstofvóórfilter of brandstof- Brandstoffilters vernieuwen. in de uitlaatgassen. filter verstopt. Tankontluchting onvoldoende. Toereikende tankontluchting waarborgen. Leidingaansluitingen niet dicht. Schroefkoppelling van de leiding op dichtheid controleren.
B(E) serie dieselaandrijving Elektrische uitrusting Accu's ontwikkelen explosieve gassen. Houdt open vuur en vonkvorming op afstand. Niet roken. Ogen, huid en kleding beschermen tegen bijtend accuzuur. Gemorst of gelekt zuur direct met overvloedig kraanwater wegspoelen en verdunnen. Raadpleeg in noodgevallen een arts. Leg geen gereedschap op de accu.
BBA Pumps is niet verantwoordelijk voor ongevallen en schade die voortvloeien uit het niet in acht nemen van de aanwijzingen. Uitsluitend de in deze handleiding beschreven werkzaamheden mogen worden uitgevoerd.
– Beschadigde bouten, moeren en/of onderdelen met beschadigde schroefdraad vervangen door bevestigingsmateriaal van dezelfde bevestigingsklasse. – Vernieuw gebruikte dichtingen of tape lagen. Vervang de vlakke en gevulde dichtingen onder de stoppen uitsluitend door originele afdichtingen van BBA Pumps. Dagelijks onderhoud pomp – Controleer op lekkages van pomp en leidingen –...
B(E) serie dieselaandrijving Overig onderhoud pomp Elke 6 mnd of 500 uur – Controleer de onderdelen van de elektrische installatie op zichtbare beschadigingen. – Olie verversen van lagering pomp**. – Olie verversen van de mechanische as afdichting. – Indien aanwezig, smeer de scharnieren van de pompunit met behulp van een vetspuit.
B(E) serie dieselaandrijving Opmerking Door een geringe lekkage van de afdichting kan het peil oplopen. Dit vormt geen probleem totdat er olie uit de ontluchting komt. In het laatste geval moet de asafdichting door een daartoe bevoegde monteur worden vervangen. WAARSCHUWING Lekkage van olie kan ernstige schade aanrichten aan het milieu.
B(E) serie dieselaandrijving Olie van lageringen en asafdichting verversen Lichte/ Zware en Lagerstoel B(E) Standaard Temperatuur gemiddelde schokkende pomp olie belasting belasting 15W40 -30º C tot 0º C ISO VG 15, 22, 32 (-22º F tot machine olie 32º F) 15W40 0º...
B(E) serie dieselaandrijving 1. Verwijder de vulpluggen (A). 2. Plaats een geschikte opvangbak onder de aftapplug of kraan (B). 3. Verwijder de plug of open de kraan. 4. Laat de olie goed uitlekken. 5. Breng de aftapplug voorzien van een nieuwe afdichtring aan of sluit de kraan.
B(E) serie dieselaandrijving Pomp aftappen WAARSCHUWING Neem de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen in het geval van hete, vluchtige, brandbare en gevaarlijke vloeistoffen. WAARSCHUWING Lekkage van milieubelastende vloeistoffen kan enorme schade aanrichten aan het milieu. Probeer dit te allen tijde te voorkomen. Opmerking Bij vloeistoffen die stollen bij temperaturen lager dan de bedrijfstemperatuur onmiddellijk na het stilzetten van de pomp de zuig- en persleiding afdichten en de pomp met vacuümpomp aftappen.
B(E) serie dieselaandrijving Pomp inwendig reinigen WAARSCHUWING Neem de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen in het geval van hete, vluchtige, brandbare, en gevaarlijke vloeistoffen 1. Tap de pomp af. 2. Verwijder de deksels. 3. Reinig via de openingen het inwendige van de pomp. 8.10 Pomp/pompunit uitwendig reinigen Het gebruik van een hoge druk reiniger is toegestaan, maar neem de onderstaande voorschriften in acht.
B(E) serie dieselaandrijving Storingstabellen WAARSCHUWING Bij storingen of abnormale werking de pomp/pompunit onmiddellijk uitschakelen, ter voorkoming van een gevaarlijke situatie en/of (ernstige) schade aan de pomp/ pompunit Informeer de verantwoordelijken. Ga na wat de oorzaak is van de storing. Los het probleem op alvorens de pomp te herstarten.
Pagina 100
B(E) serie dieselaandrijving Storing Oorzaak Mogelijke oplossing Pomp levert Gas of lucht komt uit vloeistof vrij Zorgen voor een rustige toestroming van onvoldoende vloeistof capaciteit Luchtinsluiting in de zuigleiding Lucht insluiting zoveel mogelijk stoppen Inlaat van de zuigleiding is onvoldoende Zuigleiding verder onderdompelen ondergedompeld Verkeerde draairichting...
B(E) serie dieselaandrijving Storing Oorzaak Mogelijke oplossing Pomp vraagt Verkeerde draairichting Draairichting omdraaien afwijkend Vreemd voorwerp in de waaier Waaier reinigen vermogen De assen liggen niet zuiver in elkaars Unit uitlijnen verlengde De as is krom As vervangen Draaiende delen lopen tegen stationaire Geheel afstellen en eventueel uitlijnen delen De slijtplaten/ring of waaier is gesleten...
B(E) serie dieselaandrijving Einde levensduur 10.1 Afdanken Indien de pomp/pompunit aan het eind van de levensduur wordt afgedankt en gedemonteerd, moeten de voorschriften voor afvalverwerking in acht worden genomen die op dat moment gelden op de plaats van en ten tijde van de demontage. De pomp/pompunit is samengesteld uit algemeen bekende materialen.
CE-Verklaring CE-Verklaring IIA Certificaat: Verklaring van Overeenstemming In de zin van de EG machinerichtlijn 06/42/EG, bijlage IIA Fabrikant: B.B.A. Pompen en Buizen BV, Zutphensestraat 242, 7325 WV Apeldoorn Product: Pomp B(E) 160 serie Hierbij verklaren wij dat alle bovengenoemde pompen in overeenstemming zijn met de bepalingen van: - de Machinerichtlijn (richtlijn 2006/42/EG, zoals laatstelijk gewijzigd) - de Laagspanningsrichtlijn (richtlijn 2006/95/EG, zoals laatstelijk gewijzigd)
CALIFORNIA Proposition 65 Warning Diesel engine exhaust and some of its constituents are known to the State of California to cause cancer, birth defects, and other reproductive harm.
Pagina 105
BBA Pumps BV B.B.A. Pumps PL sp. z o.o. BBA Pumps Inc. Postbus 498 ul. Geodetów 176 1129 Cainhoy Road Unit C 7000 AL Doetinchem - Netherlands PL-05-500 Piaseczno – Poland Wando SC 29492 - USA p +31 (0)314-368 436 p 022 713 86 11 p 843.849.3676...