– Bij toeloop moet de leiding dalend naar de pomp gelegd worden.Plaats een afsluiter tussen de
vlotterbak en MP om overdruk in de MP te voorkomen.
– Breng de leiding zodanig aan dat er nooit een luchtzak in de leiding kan ontstaan.
– Breng zo min mogelijk bochten aan.
– Bochten moeten een zo groot mogelijke straal hebben.
– De leidingsamenstelling moet volledig dicht zijn.
– Breng bij een niet droog zelfaanzuigende pomp, waarbij de vloeistof niet toe stroomt, een voetklep
aan met ruime doorlaat.
1401
B(E) serie dieselaandrijving
Pompunit installeren
5.6